32959 |
eerste grasoogst |
eerste beet:
īstǝ bęi̯t (P176a Melveren),
īǝstǝ bēt (L370p Kessenich),
eerste bijtsel:
ęi̯štǝ bītsǝl (Q009p Maasmechelen),
eerste gang:
īǝrstǝ gaŋk (Q097p Ulestraten),
eerste gras:
jęstǝ grās (Q009p Maasmechelen),
jǫstǝ grǫǝs (Q156p Borgloon),
ērstǝ grās (L332p Maasniel),
īstǝ grās (L429a Berg, ...
L426z Holtum,
L420p Rotem,
Q096d Smeermaas,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
īštǝ grās (Q032a Puth),
īǝstǝ grōs (L371a Geistingen),
eerste schaar:
jøstǝ šu̯ǭr (Q178p Val-Meer),
eerste snede:
eerste snede (P222p Opheers),
īstǝ snēi̯ (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
īǝstǝ snēi̯ (L321p Neeritter),
eerste snid:
eerste snid (Q203p Gulpen),
ēǝstǝ snēt (L426p Buchten),
eerste sprang:
īrstǝ spraŋk (Q098p Schimmert),
eerste wei:
istǝ wāi̯ (K316p Heppen),
īrstǝ węi̯ (L320c Haler),
īǝrstǝ wɛi̯ (L366p Gruitrode, ...
L290p Panningen),
ɛstǝ wāi̯ (K314p Kwaadmechelen),
eerste weigras:
īstǝ wēi̯grās (Q002p Hasselt),
meigras:
męi̯grās (Q100p Houthem, ...
Q022p Munstergeleen,
L331p Swalmen,
L268p Velden),
schaar:
šǭr (L372p Maaseik, ...
L318b Tungelroy),
tweewas:
twēi̯wās (K278p Lommel),
vers gras:
vǫs grǭǝs (P175p Gingelom),
verse wei:
vęrsǝ wē̜i̯ (L330p Herten),
voorgras:
vȳǝrgrās (Q111p Klimmen),
vø̄rgrās (L295p Baarlo, ...
L291p Helden),
vø̜rgras (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163p Ottersum,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
voorwei:
vø̄rwē̜ (L413p Helchteren),
vø̄rwęi̯ (L288p Nederweert),
ø̜ø̜(ww)ø̜ø̜:
vø̄rwęi̯ǝ (L322p Haelen, ...
L332p Maasniel),
āfwęi̯ǝ (L332p Maasniel, ...
Q204a Mechelen,
Q112b Ubachsberg)
|
Naar analogie van de eerste, tweede en derde hooioogst heeft men de informanten ook de vraag voorgelegd of er specifieke benamingen zijn voor de grasoogsten, wanneer een weide niet wordt afgehooid, maar afgegraasd. In dit lemma staan de opgaven voor het gras dat de beesten de eerste keer dat ze in de weide worden gelaten afgrazen en voor zover deze afwijkend zijn van die uit het algemene lemma ''gras''. [N 14, 129a]
I-3
|