25703 |
eesten |
afeesten:
āfēstǝ (Q095p Maastricht, ...
L318p Stramproy),
ǭfēstǝ (Q095p Maastricht),
afstoken:
āfštǭkǝ (L325p Horn),
drogen:
drogen (Q095p Maastricht),
drȳǝgǝ (Q099p Meerssen),
drø̜jǝ (P120p Alken),
eesten:
eesten (L250p Arcen, ...
L325p Horn),
ēstǝ (L325p Horn, ...
L331p Swalmen),
ēšdǝ (L318p Stramproy),
tourailler:
tourailler (P180p Kerkom)
|
De gekiemde gerst in de eest op de eestvloer drogen en verhitten. De woordtypen "afeesten" (L 318, Q 95) en "afstoken" (L 325) zijn van toepassing op de laatste fase van het droogproces. Zie de semantische toelichting bij de lemmata ''eest'', ''drogen, vooreesten'' en ''moutzolder, vooreest''. [N 35, 13; monogr.]
II-2
|