e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ezel balkje: bɛlǝkskǝ (Thorn), bekstaak: bɛkstāk (Heijen), bok: bǫk (Bilzen), bolkopstaak: bǫlkǫpštāk (Roermond), buizenboom: bȳzǝbōm (Oostrum), buizenezel: bȳzǝnēzǝl (Helden, ... ), buizenstaaf: bȳzǝštāf (Helden, ... ), buizenstaak: bȳzǝstāk (Well), ezel: ēzǝl (Heijen, ... ), ē̜zǝl (Herten, ... ), ē̜ǝsǝl (Spekholzerheide), ē̜ǝzǝl (Heerlen), ęjzǝl (Bevingen, ... ), ęjǝzǝl (Jeuk), ęǝzǝl (Kerkrade), ī.zǝl (Weert), fix-ezel: feks˱ęjzǝl (Bevingen), grote staak: grōtǝ stāk (Helden  [(120 cm lang -- voor het uitkloppen en intrekken van plaatmateriaal)]  ), hanggareel: haŋǝriɛl (Weert), hefarm: hø̜fǝrǝm (Weert), kleine staak: klęjnǝ stāk (Helden), klinkijzer: kleŋk˱ē̜jǝzǝr (Loksbergen), kleŋk˱īzǝr (Maastricht, ... ), lichtbalk: lichtbalk (Gennep), pijpenarm: pīpǝnɛrǝm (Herten), pijpenboom: pīpǝbǫwm (Reuver), pīpǝn˱bōm (Heijen, ... ), pijpenezel: p ̇īpǝē̜zǝl (Herten  [(met bolle baan)]  ), pijpenijzer: pīfǝ-īzǝr (Kerkrade), pīpǝ-īzǝr (Heerlen), pijpenklopijzer: pīpǝklǫp˱īzǝr (Montfort), pijpenstaaf: pīpǝstāf (Neeritter), pijpenstaak: pīpǝstāk (Siebengewald), platte staak: platǝ štāk (Roermond), schraag: šrāx (Simpelveld, ... ), schroefezel: š ̇ruf˱ēzǝl (Herten), staak: stāk (Venlo, ... ), stemijzer: štɛmīzǝr (Kerkrade), steunstang: stø̜nstaŋ (Bevingen) Aambeeldachtig, stalen hulpgereedschap dat door metaalbewerkers wordt gebruikt om metalen platen te bewerken, kachelpijpen hun vorm te geven en te klinken, etc. Het bestaat uit een soort stang die in een bankschoef kan worden geklemd, in het aambeeldgat van het aambeeld kan worden geplaatst of onder een kram op de werkbank of het werkblok kan worden vastgezet. Het werktuig kan verschillende vormen hebben. Zo bestaan er uitvoeringen met ronde of vierkante doorsnede; ook kan de bovenzijde van het werktuig plat of rond zijn. De ezel is aan één, vaak ook aan beide kanten te gebruiken. Soms is er een bolle, hoekige of platte verhoging op aangebracht. Zie ook afb. 164. De informant uit Q 121 kende twee soorten koperslagersezels. De ene was voorzien van twee rechte banen, de andere van één rechte baan en een ronde kop. Beide ezels werden gebruikt voor het bewerken van plaatmateriaal. In L 210 lag de ezel in een houten blok en had het werktuig verschillende vormen: groot, kort, dik en dun. Ook de informanten uit L 246, L 266 en L 329 kenden ezels met ronde en vierkante kop. [N 33, 211; N 33, 238a-c; N 33, 242a-b; N 64, 37a-b; N 66, 18a-b; monogr.] || De horizontale balk waar de pasbrug aan één zijde op rust. Zie ook afb. 85. Volgens de invullers uit l 318 en l 321 werd deze balk vooral in torenmolens op deze wijze gebruikt. [N O, 23c] II-11, II-3