28452 |
fijn broed |
bijencel:
bejǝsɛl (Q253p Montzen),
bijenraat:
bęjǝnrǭt (Q003p Genk),
broedcel:
(mv)
bro.tsɛlǝn (L421p Dilsen),
broedraat:
brutrāt (K317a Kerkhoven),
fijn bouw:
fīn bǫw (L333p Asenray / Maalbroek),
fijn broed:
fenj brut (L265p Meijel),
fijn broed (L294p Neer, ...
L416p Opglabbeek),
fīn brōt (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q018p Geulle),
fijn raat:
fīn rǭt (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L330p Herten),
fijn werk:
fijn werk (K278p Lommel, ...
L294p Neer,
K353p Tessenderlo),
fiǝn węrk (Q113p Heerlen),
fī.n wɛrǝk (L289p Weert),
fīn werk (L381b Peij, ...
L329p Roermond),
fīn wērk (L246p Horst),
fīn węrk (L384p Herkenbosch, ...
Q197p Noorbeek,
Q015p Stein,
Q197a Terlinden,
L210p Venray),
fīn wɛrk (L271p Venlo),
honingcel:
honingcel (Q002p Hasselt),
(mv)
hōneŋsɛlǝ (L371a Geistingen),
honingraat:
hōneŋroǝt (L414p Houthalen),
hōneŋrāt (K317a Kerkhoven),
koninginnebroei:
kø̜nǝgenǝbruj (L215a Wellerlooi),
schou werk:
sxǫw wɛrǝk (P177p Zepperen),
werkbroei:
węrkbruj (L215a Wellerlooi),
werkersbroed:
werkǝrs˱brōt (L372p Maaseik),
werkstercel:
werkstercel (L428p Born, ...
Q071p Diepenbeek,
Q009p Maasmechelen),
werkstǝrsɛlǝ (Q019p Beek, ...
L371a Geistingen)
|
De cellen bestemd voor het uitbroeden van werkbijen en het opbergen van honing. De zwerm begint altijd met het bouwen van dit fijn werk of de werkbijenraat. Deze raat bestaat uit kleine, in doorsnede vrijwel gelijke zeszijdige cellen, waarbij het punt waar drie zijden samenkomen steeds het midden vormt van het bodemvlak der aan de andere zijde van de raat gelegen cel. [N 63, 16b]
II-6
|