e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
galmgaten alarmgaten: (alarmgaten)  alarmgaten (Bocholt), alarmskotten: d⁄alarmskuëter (Zutendaal), almengaten: de ālmeͅgāter (Peer), almensgaten: de almĕsgōͅten (Diepenbeek), almgaten: almgaten (Oirlo), almgater (Sevenum), de halmgoatər (Nieuwerkerken), almsgaten: almesgaten (Linne), almsgaater (Opitter, ... ), almsgate (Maasbree), almsgater (Maasbree, ... ), almsgatter (Tienray), aomsgaate (Thorn), aomsgaater (Thorn), de almsgater (Rotem), de halmsgater (Opoeteren), enkv. : almsgaat  almsgater (Opoeteren), alpen: [sic]  alpen (Wellen), oud  də alpə (Herk-de-Stad), alpgaten: [sic]  de alpgâetter (Wellen), armsgaten: (alarmgaten)  Ermsgater (Bocholt), erm = arm  de ermsgaate (Neeroeteren), kimt van alarmsgaten  ermsgater (Neeroeteren), bromsgaten: [sic]  De b[r}oo-umsgatər (Eisden), darmsgaten: [sic]  de dermsgaten (Bocholt), galmgaten: de galmgaate (Beverlo, ... ), de galmgaoten (Sint-Lambrechts-Herk), de galmgaoter (Kuringen, ... ), de galmgaoters (Gelinden), de galmgate (Maastricht, ... ), de galmgaten (Meldert, ... ), de galmgater (Neeroeteren), de galmgatte (Borlo), de galmgaəte (Stevoort), de galmgoate (Sint-Lambrechts-Herk), de galmgoaten (Linkhout, ... ), de galmgoaters (Gorsem), de galmgoatər (Nieuwerkerken), de galmgoten (Heusden), de galmgouweten (Hoepertingen), de galmgoətte (Genk), de galmgòten (Achel), de galmgööter (Tongeren), də galmgaten (Opoeteren), də galmgoətə (Heers), dɛ galmgowɛtɛn (Lommel), galemguiten (Zichen-Zussen-Bolder), gallemgaat, mv. gallemgater (Maastricht), gallemgaate (Weert), gallemgater (Montfort), gallemgoate (Sint-Truiden, ... ), galm-goater (Ulbeek), galmgaaiten (Hechtel), galmgaat (America), galmgaate (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), galmgaaten (Paal), galmgaater (Heel, ... ), galmgaatte (Ulestraten), galmgaatər (Ophoven), galmgaote (Sint-Truiden), galmgaoten (Houthalen, ... ), galmgate (As, ... ), galmgaten (Baarlo, ... ), galmgater (Baarlo, ... ), galmgatte (Venray), galmgatter (Merselo, ... ), galmgauten (Lommel, ... ), galmgawətn (Zonhoven), galmgātər (Opglabbeek), galmga͂tə (Beverlo, ... ), galmgoate (Lanaken, ... ), galmgoaten (Achel, ... ), galmgoater (Ulbeek), galmgoaters (Schulen), galmgoatter (Hoepertingen, ... ), galmgouwte (Jeuk), galmgōͅtən (Hamont), galmgâətən (Diepenbeek), galmgôote (Hoeselt), galmgôoter (Hoeselt), galəmgatər (Meijel), galəmgōͅtə (Tessenderlo), glamgaten (Alken), glamgater (Holtum), glmgater (Ell), tweede a : dof  gallemgaten (Paal), tweede a als in dabord  galmgaeten (Hamont), galmkotten: de gallemkoeêter (Hasselt), de gallemkotter (Paal), de galmkeuter (Heusden, ... ), de galmkōēter (Eigenbilzen), de galmkuuter (Tongeren), gallemkotter (Eksel), galmkoater (Eksel), galmkoeter (Eigenbilzen, ... ), Galmkoter (Hechtel), galmkoter (Hechtel, ... ), galmkuuter (Ellikom), galmkūtters (Mettekoven), galmlokken: de gallaoëker (Gulpen), de galmlöaker (Nieuwenhagen), galmlaoker (Lutterade), galmloeaker (Schinnen), galmloker (Meerssen, ... ), galmlōkər (Lanaken), galmlöker (Sint-Martens-Voeren), galmlöäker (Waubach), galmsgaten: de galmsgaten (Kaulille), də galəmsgōətər (Diepenbeek), galmesgaten (Gruitrode), galmsgaten (Maaseik), galmvensters: jalm-vinstere (Chèvremont), klankgaten: de klankgater (Mechelen-aan-de-Maas), klankgate (Eisden, ... ), klankkotten: klankkoeter (Bilzen), klanksgaten: klangsgaten (Ospel), klokgaten: [sic?, l nogal klein]  klokgaten (Kuringen), klokkenkotten: klokkekuter (Riksingen), klokəkutər (Bilzen), klokkenvensters: de klokkenvinster (Kaulille), kotten in de kerktoren: koute in de kerktore (Sint-Truiden), kotten van de toren: de koeter van dən toan (Ulbeek), luigaten: de luujgaten (Bree), lojgater (Maastricht), ouwelsgaten: [sic]  auwelsgaten (Bree), awəlsgātə(r) (Bree), schalgaten: schalgater (Holtum), schalgāāte (Schimmert), sjalgater (Uikhoven), schallokken: de sjallaoker (Klimmen), de sjālòker (Montzen), sjaal-looëker (Epen), sjallaoken (Neerbeek), sjallaoker (Doenrade), sjalloeaker (Schinnen), sjallöcher (Bocholtz, ... ), sjallöäker (Waubach), sjàllēūëker (Nieuwenhagen), algemeen  sjallaoker (Klimmen), schalmlokken: sjalmleuker (Klimmen), schalmstenen: de sjalomstene (Hoensbroek), schalvensters: schaalvinster (Eys), sjalvinstere (Waubach), sjāālvinsters (Voerendaal), inopkomst  sjalvinster (Klimmen), schelpskotten: [sic]  də sjəlpskoeter (Eigenbilzen), schietgaten: scheetgaten (Maaseik), schīētgeurter (Zichen-Zussen-Bolder), schildgaten: de schieltgaotə (Heers), schiel[d}gaot (Gutshoven), nieuw  schildgōͅtə (Herk-de-Stad), schildkotten: sjiltkoeter (Martenslinde), schildsgaten: oudste  schiltscha͂tə (Beverlo), torengaten: Toongeaters (Jeuk), torenkotten: de teurekoeters (Hasselt), teurekoeters (Hasselt), toonkuter (Groot-Loon), tore koters (Koersel), torekoeters (Kuringen), toônkutters (Voort), twoon koeter (Rijkhoven) De open vensters in de klokketoren, waardoor het geluid van de klok(ken) naar buiten galmt [schalvensters, almsgatter, galmgaten?]. [N 96A (1989)], [N 96A (1989)] || Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)], [ZND m] III-3-3