26649 |
gewichten |
gewichten:
gǝwextǝ (Q160a Haren, ...
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
P176p Sint-Truiden,
Q162p Tongeren),
gǝwixtǝ (Q240p Lauw, ...
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q241p Rutten),
gǝwęxtǝ (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken),
gǝwīxtǝ (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
Q077p Hoeselt,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q078p Wellen),
gewichter:
gǝwixtǝr (Q181p Sluizen),
gewichtstenen:
gǝwixstejn (Q162p Tongeren),
gǝwīxstɛjn (P188p Hoepertingen)
|
De gewichten van de bascule moesten jaarlijks geijkt worden door een overheidsfunctionaris. Zie ook het lemma ɛijkenɛ. Elke molenaar had gewichten van 20, 10, 5, 2, 1 en 0,5 kg.' [Coe 261; Grof 286]
II-3
|