e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gierbezinksel braddel: bradǝl (Genk, ... ), broei: bryi̯ (Margraten), brø̄i̯ (Margraten), dam: dam (Simpelveld), dik: dek (As, ... ), dik (Heesveld-Eik, ... ), dikke brats: dekǝn˱ brats (Ottersum), dikke brij: dekǝ brēi̯ (Lottum), dekǝn. bręi̯ (Mook, ... ), dikke broei: dikǝ brø̄i̯ (Margraten), dikke drats: dekǝn drats (Horst), drab: dráp (Neerpelt), drabbek: drabǝk (Meijel), drabbel: drabǝl (Beverst, ... ), dras: dras (Opglabbeek), drats: drats (Oirlo), drek: drɛk (Diepenbeek, ... ), drijfmest: drī.fmēst (Lottum), dunne broei: døn brø̄i̯ (Margraten), het dik uit de zeikkelder: ǝt˱ dek yt ˲dǝ zęi̯kkē̜ ̞ldǝr (Aijen), het dikke uit de put: ǝt˱ dekǝ yt ˲dǝ pøt (Merselo), het stijfs: ǝt štīfs (Margraten), knadder: knadǝr (Lottum, ... ), knadderige mest: knɛdǝregǝ mēst (Lottum), mou(de): mō˱ǝ (Margraten), mǭi (Rijckholt), mǭi̯ǝ (Margraten), m˙ǭ (Ingber), mouden: m˙ǭǝ (Ingber), pap: pap (Diepenbeek), prat: prat (Margraten), sladder: sladǝr (Zutendaal), slappe mest: šlapǝ mes (Margraten), sloper: šluǝpǝr (Margraten), toter: tǭ ̝tǝr (Kronenberg), weke mest: wē ̞kǝ [mest] (Margraten), wēxǝ [mest] (Simpelveld), wē̜ ̝kǝ [mest] (Cadier), weke stront: wē ̞kǝ štro.nt (Margraten) Met de onderstaande termen wordt de weke massa aangeduid die gevormd wordt door uitwerpselen en gierbezinksel: het onderste uit de gierkelder, dat wanneer het na oproeren niet kon worden opgepompt, op een andere manier naar boven werd gehaald. [JG 1a; N 11, 27 add.; N 11A, 60a; monogr.] I-1