e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gist biergist: bērgɛs (Maaseik), desem: desǝm (Gulpen), dęjsǝm (Bocholt, ... ), dęsǝm (Vijlen), dīsǝm (Opglabbeek), droge gist: drøəgə geͅs (Riksingen), gijl: geel (Hoepertingen), geil (Jesseren), gēͅl (Bommershoven, ... ), gijl (Wellen), gē.l (Borgloon), gējl (Borgloon), gējǝl (Hoepertingen), gēl (Bevingen, ... ), gēǝl (Borgloon), gē̜l (Bommershoven, ... ), gē̜ǝl (Voort), gęjl (Jesseren, ... ), gęl (Kortessem), gɛil (Voort), gɛl (Vechmaal, ... ), gɛ̄l (Voort), gist: gaes (Opgrimbie), gais (Sint-Huibrechts-Lille), ge.s (Hasselt, ... ), ge:əs (Rijkel), ges (Achel, ... ), gess (Hechtel), gest (Berbroek, ... ), geš (Heerlen), gēͅs (Sint-Huibrechts-Lille), gĕs (Tongerlo), geͅs (Genk, ... ), geͅst (Halen, ... ), gies (Kleine-Brogel), gis (Kleine-Brogel), gist (Bree, ... ), giz (Neerpelt), gjɛs (Lommel), gäs (Elen, ... ), gès (Beringen, ... ), gêes (Tongeren), gês (Tegelen), gē.s (Hamont, ... ), gē.st (Gennep), gēst (Helden, ... ), gēǝs (Rijkel), gē̜s (Beverst, ... ), gē̜st (Hasselt, ... ), gē̜z (Maasbracht), gę.s (Hasselt, ... ), gęs (Amby, ... ), gęst (Afferden, ... ), gęš (Eys, ... ), gęǝs (Opgrimbie), gī.st (Kozen), gīst (Kermt, ... ), gəes (Amby, ... ), gɛs (Amby, ... ), gɛst (Heel, ... ), gɛsǝ (Rosmeer), gɛš (Eys, ... ), gɛ̄s (Houthalen, ... ), stof meert gist (Sint-Truiden), (Frans = gai)  gaiss (Bilzen), (gerekt)  giei̯est (Kozen), (na?t\\. drúg\\)  gəes (Bree), (naote gÈst = brouwerijgist)  gīst (Kermt), De gèst van ¯t broet: de gist voor het brood  gèst (Zonhoven), De sjeermoule smaakde nao ges Ges bijj ¯t meel doen  ges (Maastricht), nat of droog  ges (Echt/Gebroek), heef: hēf (Sint-Truiden, ... ), hē̜f (Aalst, ... ), hęjf (Heers, ... ), hɛf (Vaals), ø̄f (Valkenburg), ø̜f (Vijlen), ēf (Sint-Truiden), heefsel: hēfsǝl (Herk-de-Stad), heffe: he.fǝ (Vaals), heef (Velm), heefe (Montzen), hefe (Baelen), heffe (s-Gravenvoeren, ... ), heffen (Sint-Martens-Voeren), hefǝ (Baelen, ... ), hefə (Welkenraedt), hēffe (Sippenaken), hĕffe (Montzen, ... ), heͅ:f (Aalst-bij-St.-Truiden), he‧if (Mielen-boven-Aalst), huffe (Valkenburg, ... ), huffen (Sint-Pieters-Voeren), hèffe (Vlijtingen), hëffe (Rosmeer), höffe (Val-Meer), høfǝ (Amstenrade, ... ), høvǝ (Sint Geertruid), hø̄vǝ (Nuth), hø̜fǝ (Amstenrade, ... ), hēfǝ (Montzen, ... ), hę.fǝ (s-Gravenvoeren, ... ), hęfǝ (Bleijerheide, ... ), hɛfǝ (Eupen, ... ), øfǝ (Beek, ... ), ø̜fǝ (Puth, ... ), ęvǝ (Stein), (scherpe en blanke)  höffe (Herderen), heffen: høfǝn (Geleen, ... ), hɛfǝn (Sint-Martens-Voeren), ø̜fǝn (Obbicht), hevel: hēvǝl (Helden, ... ), hever: hyvǝr (Nuth), natte gist: nâtə geͅs (Riksingen), neef: nēf (Koersel), stof: stof (Aalst, ... ), stŏf (Aalst-bij-St.-Truiden), stōǝf (Zepperen), stǫf (Aalst, ... ), vangsel: vĕŋsel (Montzen), zuurdeeg: sawǝrdęjx (Kerkrade), zoǝrdēx (Brunssum), zurdēx (Ottersum, ... ), zurdęjx (Beegden, ... ), zȳrdejǝx (Kwaadmechelen), zōrdęjx (Panningen, ... ), zuurdeegsel: zurdęxsǝl (Ottersum), zūrdęjxǝl (Wessem), zuurdesem: surdēsǝm (Mook), zurdesǝm (Gulpen), zurdēsǝm (Oirsbeek), zurdēzǝm (Schinveld), zurdęjsǝm (Houthem, ... ), zōrdęjsǝm (Maaseik, ... ), zuursel: zōrsǝl (Helden) Door het feit dat de vragen niet alle even genuanceerd waren gesteld, komen er woorden voor die zowel moderne droge gist als natte gist als zuurdeeg aanduiden. Het zuurdeeg blijkt volgens sommige informanten (L 291, Q 35) voor het bereiden van zwartbrood of roggebrood gebruikt te worden, terwijl de gist of "heffe" voor witbrood wordt aangewend. [N 29, 22; LB 2, 234; monogr.; JG 1b, add.; S 10; L 1a-m; L 2, 21a; Gi; A 22, 2] || gist || gist, dikwijls door brouwerijen geleverd (Fr. levure) [ZND 02 (1923)] II-1, III-2-3