30923 |
glijbies |
binnenbies:
benǝbis (L163a Milsbeek),
benǝbīs (Q121c Bleijerheide),
binnenbies (K278p Lommel),
binnenbiesvoering:
binnenbiesvoering (Q001p Zonhoven),
champignon:
šampǝljoŋ (Q253p Montzen),
gladde voeringspijp:
gladǝ vōreŋspę̄p (L267p Maasbree),
glijbies:
glijbies (Q003p Genk, ...
Q112a Heerlerheide),
glęjbę̄s (L421p Dilsen),
gǝlęjbis (L265p Meijel, ...
L293p Roggel),
roetsjbies:
rutšbīs (Q121c Bleijerheide)
|
Een reep leer die aan de binnenkant van de schoen van de hak af naar boven loopt, evenwijdig aan de achillespees, en die dient om de hiel gemakkelijk in de schoen te laten schuiven. "De achternaad moet van binnen steeds met een zoogenaamde glijbies voorzien (gedekt) worden, die aan weerszijden van den naad gestikt en aan de kanten ook met de hand aangezet kan worden. Boven reikt deze glijbies tot of onder de stijve kap, onder naait men hem aan weerszijden aan de contrefortvoering vast." (Knöfel I, pag. 177). Zie afb. 22. [N 60, 18c]
II-10
|