31024 |
groeflip |
klap:
klap (L267p Maasbree),
klep:
klɛp (L267p Maasbree),
lip:
lep (Q083p Bilzen, ...
Q121c Bleijerheide,
L265p Meijel,
Q253p Montzen),
lip (K278p Lommel),
løp (L293p Roggel, ...
Q001p Zonhoven)
|
Het uitpuilende leer bij het maken van de groef, schuin in het leer. "Als men een groef snijdt, schuin in het leer, komt er wat leer naar buiten gepuild. Dat is de lip. Overigens is lip een vrij veel gebruikt woord voor elk dun uitstekende deeltje, al naar gelang de omgeving vanzelf duidelijk." (Liedmeier, pag. 17). [N 60, 108]
II-10
|