31657 |
grondboor |
aardboor:
ɛ̄ǝt˱bǭr (Q116p Simpelveld),
droogboor:
drø̄x˱bǭr (L165p Heijen),
grondboor:
grontj˱bōr (L321p Neeritter),
grontj˱bō̜r (L299p Reuver),
gront˱bōr (Q018p Geulle),
gront˱bō̜r (Q111p Klimmen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
gront˱bū.r (L289p Weert),
groŋk˱bōr (Q113p Heerlen, ...
L291p Helden,
L290p Panningen),
grõnt˱bōr (L159a Middelaar),
grōnt˱bȳr (Q005p Zutendaal),
grōnt˱bōr (Q099q Rothem),
gro̜nt˱bawr (P047p Loksbergen),
jroŋk˱bōr (Q121p Kerkrade, ...
Q121b Spekholzerheide),
heiboor:
hɛjbǭr (L382p Montfort),
lepelboor:
lɛfǝlbǭr (Q116p Simpelveld),
putboor:
pe̜t˱buǝr (Q083p Bilzen)
|
Boor die bij het slaan van pompen gebruikt wordt om in de grond te boren. Aan de zijde ervan zijn doorgaans spiraalvormige windingen aangebracht die tijdens het boren de aarde uit het boorgat schuiven. [N 33, 162]
II-11
|