22676 |
grote trom met bekkens |
bekkenstrom:
bekkenstrom (L382p Montfort),
boestrom:
boestrom (Q201p Wijlre),
concerttrom:
koͅnseͅrtrom (L374p Thorn),
dekseltrom:
deͅksəltroͅm (L269p Blerick),
dikke trom:
de dikke trom (Q188p Kanne),
dekə trom (Q027p Doenrade, ...
L164p Gennep,
Q113p Heerlen,
L432p Susteren,
Q014p Urmond),
dieke trom (L386p Vlodrop),
dikke trom (Q098p Schimmert, ...
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
dikke troͅm (L216p Oirlo),
dikke tròm (L317p Bocholt),
dikə drom (Q207p Epen),
dikə trom (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q111p Klimmen),
dikə troͅm (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
dikke trom met deksels:
diekke trom mit deͅksəls (Q111p Klimmen),
dikə troͅm meͅt deͅksəls (L269p Blerick),
dikke zjiem:
dekə zjim (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
djangel:
djangel (P227p Vorsen),
djingel:
dingel (Q098p Schimmert),
djingel (Q202p Eys, ...
Q003p Genk,
P219p Jeuk,
L374p Thorn),
[Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]
djingel (P197p Heers),
grosse caisse (fr.):
groschaise (L353p Eksel),
grosse-caisse (L353p Eksel),
groͅskɛ̄s (L417p As, ...
Q077p Hoeselt),
ɛn groskès (Q083p Bilzen),
Bekkens = dèkke [vgl. 127]
groskaes (L316p Kaulille),
grosse caisse (fr.) met schels:
groͅs-kɛs mit sche.ls (L353p Eksel),
grote zjiem:
groete zjiem (Q197p Noorbeek),
jazztrom:
jazztrom (L271p Venlo),
pauken:
pauk (K317p Leopoldsburg),
pauke (L321a Ittervoort, ...
Q032p Schinnen,
L271p Venlo),
slagwerk:
sjlaagwerk (L387p Posterholt),
tringel:
tringel (Q015p Stein),
trom:
troͅm (L329a Kapel-in-t-Zand),
trom met bekken:
troͅm met beͅkən (L245b Tienray),
tsiem:
sjims (Q117p Nieuwenhagen),
tsiem (Q121p Kerkrade, ...
Q116p Simpelveld)
|
een grote trom met bekkens [djingel] [N 112 (2006)], [N 90 (1982)] || Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)] || Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|