e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haak haak: hoǝk (Bilzen), hōk (Milsbeek  [(meervoud: hø̜̄k)]  ), hǭk (Meijel), (mv)  hø̄k (Diepenbeek, ... ), hø̜̄k (Meijel, ... ), haakje: hekskǝ (Genk), kram: krāmp (Montzen), (mv)  krɛm (Dilsen, ... ), krɛmp (Posterholt), ringhaak: ringhaak (Lommel), schoenhaakje: sxoǝnhø̜̄kskǝ (Maasbree) De haak of haken (bijvoorbeeld op bottines) waar de veter omheen geslagen wordt. [N 60, 31b] || Hark met gebogen tanden, gebruikt bij het slechten van de bodem. [II, 25] II-10, II-4