32033 |
haaklas |
dobbelverbinding:
dǫbǝlvǝrbęjneŋ (Q078p Wellen),
dubbele liplas:
dø̜bǝlǝ løplas (L330p Herten),
haaklas:
hǭklaš (L385p Sint Odilienberg),
hǭkleš (Q204a Mechelen),
rechte haaklas:
rɛxtǝ hǭklaš (L387p Posterholt, ...
Q015p Stein),
rechte hoeklas:
rē̜ǝtǝ huklaš (Q121c Bleijerheide),
schrage hoeklas:
šrē̜jǝ huklaš (Q121c Bleijerheide),
schuine haaklas:
šȳnǝ hǭklaš (L385p Sint Odilienberg),
schuinse dobbelverbinding:
sxø̄nsǝ dǫbǝlvǝrbęjneŋ (Q078p Wellen),
schuinse haaklas:
šȳnsǝ hǭklas (L330p Herten),
šȳnsǝ hǭklaš (L387p Posterholt),
šø̄nsǝ hǭklaš (Q015p Stein),
tandlas:
tāntlas (L163p Ottersum)
|
Houtverbinding waarmee twee in elkaars verlengde liggende stukken hout met elkaar verbonden kunnen worden. Zie ook afb. 129. De haaklas wordt toegepast wanneer in het constructiedeel trekkende krachten optreden. De borsten van de haaklas kunnen recht of schuin zijn uitgevoerd. De laatstgenoemde heeft het voordeel dat de drukvlakken groter zijn en de last dus beter verdeeld wordt (Zwiers 1907, pag. 7). [N 54, 47-48]
II-12
|