32889 |
haargaffel |
gaffel:
gafǝl (Q083p Bilzen
[(vroeger)]
, ...
P186p Gelinden,
P197p Heers,
Q081a Heesveld-Eik,
K314p Kwaadmechelen
[(vroeger)]
,
Q082p Munsterbilzen,
L355p Peer,
K353p Tessenderlo
[(vroeger)]
,
L289p Weert),
(contaminatie van gaffel en gavel)
gǭfǝl (L291p Helden),
(mv)
gafǝls (Q156p Borgloon, ...
K357p Paal,
L271p Venlo),
gaffeltje:
gɛfǝlkǝ (Q002p Hasselt),
(mv)
gafǝlkǝs (K358p Beringen
[(vroeger)]
),
gɛfǝlkǝs (L324p Baexem, ...
Q090p Mopertingen
[(vroeger)]
,
K357p Paal
[(vroeger)]
),
haargaffel:
hargafǝls (K314p Kwaadmechelen),
hãrgafǝls (P051p Lummen),
hā.rgafǝl (L366p Gruitrode, ...
L368p Neeroeteren),
hā.rgafǝls (L359p Beek, ...
L317p Bocholt,
L363p Ellikom,
L319p Molenbeersel,
L367p Neerglabbeek,
L362p Opitter,
L358p Reppel,
L361p Tongerlo),
hā.rgafǝlǝ (L360p Bree, ...
L415p Opoeteren),
hārgafǝl (L417p As, ...
L295p Baarlo,
K318p Berverlo,
L360p Bree,
L326p Grathem,
L356p Grote-Brogel
[(zeldzaam)]
,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek,
L355p Peer
[(twee gaffels)]
,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L354p Wijchmaal),
hǭrgafǝl (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
hǭrgafǝls (K318p Berverlo
[(vroeger)]
, ...
K316p Heppen
[(vroeger)]
,
K359p Koersel
[(vroeger)]
,
K315p Oostham),
hǭǝrgafǝl (L286p Hamont),
(mv)
hārgafǝls (K358p Beringen, ...
L416p Opglabbeek,
L368b Waterloos,
L365p Wijshagen),
haargaffeltje:
hārgɛfǝlkǝ (L322p Haelen, ...
L325p Horn,
L318b Tungelroy),
haargeerdje:
hǭrgęrtjǝ (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163p Ottersum),
haarkruk:
hārkrø̜k (L316p Kaulille, ...
L315p Kleine-Brogel),
hǭrkrøk (L353p Eksel, ...
L352p Hechtel,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt,
L313p Sint Huibrechts Lille),
hǭrkrø̜k (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
(mv)
hǭǝrkrøkǝn (L282p Achel),
haarmik:
harmek (K278a Stevensvennen),
hãǝrmek (K278p Lommel),
haarspie:
hǭrspi (Q077p Hoeselt),
haarstek:
hārstęk (L417p As),
(mv)
(h)ārstękǝ (L372p Maaseik),
haarvork:
hārvø̜̄rǝk (L244c America),
hārvø̜rǝk (L268p Velden),
hārvęrǝk (Q004p Gelieren Bret, ...
Q002b Kiewit),
hārvǫrǝk (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
hǭrvø̜.rǝk (L413p Helchteren, ...
L414p Houthalen,
Q001p Zonhoven),
hǭrvø̜rǝk (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum,
K361p Zolder),
hǭrvę.rǝk (Q003p Genk, ...
Q005p Zutendaal),
hǭrvęrǝk (Q003a Oud-Waterschei),
(mv)
hǭrvø̜.rǝkǝ (K360p Heusden
[(vroeger)]
),
steungaffel:
stø̄ngafǝl (L422p Lanklaar),
steungaffeltje:
stø̄ngɛfǝlkǝ (L420p Rotem),
stijp:
stī.p (L415p Opoeteren),
stīp (L374p Thorn),
stijpgaffeltje:
stip˲gɛfǝlkǝ (L422p Lanklaar),
stip:
step (Q156p Borgloon),
vork:
vø̜rǝk (L247p Broekhuizen, ...
Q071p Diepenbeek,
K317a Kerkhoven,
L214p Wanssum),
vę.rǝk (P056p Stokrooie)
|
De haargaffel is een houten gaffel waarmee men de zeis bij het haren in het veld ondersteunt. Meestal worden er twee, soms drie, tegelijk gebruikt. Soms gebruikt men voor dit doel twee stokken die in de vorm van een Andreaskruis in de grond gestoken worden. In veel plaatsen komt het gebruik van haargaffels niet (meer) voor, maar wordt het blad van de steel van de zeis afgenomen; zie kaart 25. In L 288a gebruikt men een schudgaffel ter ondersteuning van de steel; in L 291 een ploegstok. Zie afbeelding 7a. [N 18, 91; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-3
|