e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haartrekker borsteltrekker: bǫǝrstǝltrɛkǝr (Neerpelt), haak: hǭk (Linkhout), hǭǝk (Grazen), haak aan de schel: hǭk ān dǝ šɛl (Hoensbroek), haartrekker: haartrekker (Alken), howǝrtrękǝr (Neerpelt), huǝrtrɛkǝr (Zepperen), hǫǝrtrɛkǝr (Neerpelt), hǭrtrekǝr (Eijsden), houtje met touwtje: hǫwtjǝ mɛt tǫwtjǝ (Tungelroy), kepernagel: kęjǝpǝrnējǝgǝl (Wellen), kling: kleŋ (Maasmechelen), klompje hout met nagel: klømkǝ hāt mǝ nǭxǝl (Berverlo), latnagel: latnāxǝl (Geulle), nagel: nōgǝl (Sint-Truiden), stekje: stękskǝ (Berg / Terblijt), tang: taŋ (Hoensbroek), tangetje: tęŋskǝ (Nieuwerkerken), trekhaak: trɛkhōk (Herk-de-Stad), trekkertje: trɛkǝrkǝ (Susteren), trekschaar: trɛkšīr (Maaseik) Voorwerp waarmee men na het krabben de resterende haren van het varkenslijf verwijdert. Meestal is dit een al of niet kromgeslagen spijker of haakje, al dan niet in een blokje hout bevestigd. Ook een houtje met een touwtje werd wel eens gebruikt. Men draait een achtergebleven haar -vooral de haren op de nek zijn soms lastig af te krabben- rond de spijker of het haakje, waarna men hem afrukt. [N 28, 33b] II-1