31379 |
halfzoetvijl |
halfbastaard:
halǝf˱bastǝrt (L382p Montfort),
halfzoete vijl:
(h)āf˲zitǝ vājl (Q083p Bilzen),
halǝf.zȳtǝ vē̜l (K353p Tessenderlo),
hāf˲zītǝ vęjl (Q086p Eigenbilzen),
halfzoetvijl:
halǝf˲zȳt˲vęjl (P176b Bevingen),
halǝf˲zȳt˲vīl (L217p Meerlo),
halǝf˲zø̜t˲vīl (L291p Helden, ...
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L290p Panningen),
hoǝf˲zøs˲vil (Q121b Spekholzerheide),
hāf˲zø̜t˲vęjl (Q095p Maastricht),
hǫaf˲zø̜t˲vīl (Q113p Heerlen),
hǫwf˲zø̜t˲vīl (Q111p Klimmen),
halve bastaard:
halǝvǝ bastǝrt (L331p Swalmen),
halve zoetvijl:
halǝf ˲z ̇ø̜t˲v ̇īl (L330p Herten),
halǝvǝ zȳt˲vīl (L165p Heijen, ...
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
halǝvǝ zø̜t˲vīl (L299p Reuver),
halǝvǝ zūt˲vīl (L216a Oostrum),
hǫwf ˲zø̜t˲vīl (Q099q Rothem),
middenvijl:
medǝnvęjl (P176b Bevingen),
medǝvīl (L382p Montfort),
vlakvijl:
vlak˲vīl (Q108p Wijnandsrade)
|
Vijl met een vrij fijne kap. In grofte bevindt de halfzoetvijl zich tussen de bastaardvijl en de zoetvijl. Het blad van een halfzoetvijl heeft meestal ongeveer 36 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De vijl kan diverse vormen hebben. [N 33, 88-89]
II-11
|