25417 |
hamer |
hamel:
hāwǝl (L270p Tegelen),
hamer:
hāmǝr (Q255p Kelmis, ...
Q009p Maasmechelen,
L299p Reuver,
L331p Swalmen),
āmǝr (Q009p Maasmechelen),
hout:
hǫwt (Q009p Maasmechelen),
ǫwt (Q009p Maasmechelen),
houten hamer:
hǫwtǝn āmǝr (L312p Neerpelt)
|
Hamer die door de slachter gebruikt wordt voor het verwijderen van de horens en de hoeven van het rund. [N 28, 43; N 28, 47] || Hamer, gebruikt bij het loskappen van de bevroren klei. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛhouweelɛ.' [monogr.] || Verzamelterm voor de verschillende soorten hamers. [monogr.]
II-1, II-4, II-8
|