31324 |
handschroef |
handschroef:
hantjšr ̇uf (L330p Herten),
hantjšruf (L321p Neeritter, ...
L299p Reuver),
hantsxruf (L216a Oostrum, ...
L213p Well),
hantšruf (Q111p Klimmen, ...
Q099q Rothem),
haŋkšruf (L291p Helden, ...
Q121p Kerkrade,
L290p Panningen),
hãntsxruf (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald),
hāntsxruf (L159a Middelaar),
klem:
klɛm (Q121b Spekholzerheide),
presschroef:
prɛssxruf (P176b Bevingen),
spantang:
spantaŋ (Q005p Zutendaal),
staartbankschroef:
štats˱bāŋkšruf (Q116p Simpelveld),
staartschroefstok:
štatsšrufštǫk (Q121p Kerkrade),
vijlenkloof:
vilǝkluf (Q121b Spekholzerheide)
|
Kleine, ijzeren staartbankschroef waarin men een werkstuk kan vastklemmen. Zie ook afb. 58. De handschroef wordt gebruikt onder meer gebruikt bij het klinken, solderen en met de hand vijlen van kleine voorwerpen. [N 33, 204b; N 33, 241]
II-11
|