29985 |
hangende steiger |
hangende steiger:
haŋǝndǝ [steiger] (Q028p Jabeek),
hāŋǝndǝ [steiger] (Q095p Maastricht, ...
Q095a Oud-Caberg),
hangende stelling:
haŋǝndǝ stęleŋ (K353p Tessenderlo),
hangsteiger:
haŋ[steiger] (Q121c Bleijerheide, ...
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
L289b Leuken,
L211p Leunen,
L265p Meijel,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
Q098p Schimmert,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten
[(hier zelden gebruikt)]
,
L271p Venlo,
L289p Weert),
háŋ[steiger] (L316a Lozen),
hangstelling:
aŋstɛliŋ (P176p Sint-Truiden),
haŋ[stelling] (Q003p Genk, ...
L414p Houthalen,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
L364p Meeuwen,
L321p Neeritter,
Q099q Rothem,
Q013p Uikhoven,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert),
noodsteiger:
nǭtstęjgǝr (L382p Montfort),
sluitstelling:
sløjtstøleŋ (L360p Bree),
zweefsteiger:
žwē̜fštęjgǝr (L270p Tegelen),
zwevend steiger:
šwē̜.vǝnt štīgǝr (Q202p Eys)
|
Steiger bestaande uit winkelhaakvormige ramen die met behulp van touwen of haken aan het dak zijn vastgemaakt. De ramen rusten tegen de muur van het bouwwerk en dragen de planken waarop de metselaar staat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden en woorddelen '(steiger)' en '(stelling)' hetlemma 'Steiger'. [N 32, 8a]
II-9
|