31301 |
hardingsbak |
hardbak:
hē̜ǝt˱bak (Q121b Spekholzerheide),
hardingsbak:
hēreŋs˱bak (L382p Montfort),
koelbak:
kø̜lbak (L299p Reuver),
lesbak:
lęs˱bak (Q083p Bilzen, ...
L330p Herten,
L321p Neeritter),
lɛš˱bak (Q116p Simpelveld),
oliebad:
ōlibat (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
ongelbak:
ǫŋǝlbak (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
tob:
tǫb (Q083p Bilzen),
trog bet water:
trǫx˱ bę wɛtǝr (P219p Jeuk),
waterbak:
wajtǝrbák (P047p Loksbergen),
wǭtǝrbak (K353p Tessenderlo),
wɛtǝrbak (P176b Bevingen),
welbak:
węlbak (L163p Ottersum)
|
De bak met de hardingsvloeistof of water waarin het gloeiende voorwerp wordt gedompeld tijdens het harden. [N 33, 341]
II-11
|