33370 |
hekwerk van stalpalen |
afsluiting:
āfsluu̯tęŋ (L420p Rotem),
ben:
bęn (K317p Leopoldsburg),
bɛn (K358p Beringen),
beun:
bø̜̄n (L371p Ophoven),
koeienhorde:
kyi̯hōrt (L330p Herten),
onderslag:
ǫnǝrslǭx (Q158p Riksingen),
reep:
rii̯ǝp (P174p Velm),
rip (P058p Stevoort),
riǝp (K318p Berverlo, ...
P178p Brustem),
rē̜ ̞i̯p (L416p Opglabbeek),
rɛi̯p (L421p Dilsen, ...
L372p Maaseik),
rek:
rek (Q204a Mechelen),
rijben:
rē̜ ̞i̯bɛ.n (L282p Achel),
roop:
ryǝp (Q166p Vechmaal),
ruif:
ruf (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
separatie:
sǝpǝrǭsǝ (Q072p Beverst)
|
Het geheel van de stalpalen, de koedrempel en de bovenste kribbeboom, dat de koeienstand van de krib en de voergang scheidt. Omdat het een hekwerk is en omdat er vóór ook wel hooi voor de koeien geworpen wordt, kunnen de benamingen overeenkomen met die voor een ruif. [N 5A, 38; N 4, 60; A 44, 21h]
I-6
|