e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hen zonder staart blote hen: blau̯tǝ hen (Maasmechelen), bolaars: bolhāš (Schimmert), bolārš (Valkenburg), bolāš (Heerlen, ... ), bolhen: bolhen (Berverlo, ... ), bolhē̜n (Meijel), bou̯lhin (Gelinden, ... ), bǫlhen (Bocholt, ... ), bǫǝlhen (Bocholt), bǭlhen (Bree, ... ), bolhoen: bolhōn (Grathem), bōu̯hun (Milsbeek, ... ), bolkip: bolkep (Obbicht), bolkip (Blerick), bolstaart: buwǝlstat (Opheers), bolstuit: bolstyt (Boshoven, ... ), bē̜lstȳt (Altweert, ... ), bolvot: bolvot (Guttecoven, ... ), bolvots: bolvots (Tegelen), bothen: bōthen (Lommel), flodderkont: flǫdǝrkǫnt (Hoeselt), flotshen: flotshin (Zichen-Zussen-Bolder), fochhen: fǫxhin (Hoeselt), gepikte hen: gǝbekdǝ hen (Lummen), geplukte hen: gǝpløkdǝ hin (Maasmechelen), hen zonder staart: hen zondǝr stat (Rummen), hen zǫnǝr stat (Kermt), hin zunǝr stęt (Paal), hoen zonder staart: hōn zoŋǝr štart (Puth), kaal hen: kāl hen (Waterloos), kaal vot: kāl vōt (Melick), kale kont: kāl kōnt (Leunen), stompstaart: stumpstat (Hoeselt), stop: stop (Rotem), stopstaart: stupstat (Wellen), stupstɛrt (Eupen, ... ), štupštat (Hoensbroek), štupštats (Bocholtz), štupštatz (Nieuwenhagen), štupštɛrt (Maasniel), toelaars: tulāš (Eupen), verruizelde prij: vǝrȳzǝldǝ pri (Ulestraten) [N 19, 62b; monogr.] I-12