25423 |
het varken ophangen |
aan een ladder hangen:
ǭn ǝn lɛdǝr haŋǝ (Q091p Veldwezelt),
met de rug op de leer:
mętǝ rø̜k op tǝ lēr (L246p Horst),
op de ladder:
op tǝ lɛdǝr (L271p Venlo),
op tǝ lɛjǝr (L269p Blerick),
op de ladder hangen:
op dǝ lęjǝr haŋǝ (L426p Buchten),
op een leer hangen:
ob ǝn līr haŋǝn (L316p Kaulille),
op een leer vastbinden:
ob ǝn līǝr vaastbeŋǝ (L265p Meijel),
ophangen aan de ladder:
ophaŋǝ ān dǝ lødǝr (Q039p Hoensbroek),
vastbinden en oplichten:
vasbēnjǝ ɛn opløxtǝ (Q020p Sittard)
|
Het varken wordt liggend op de rug op de ladder vastgebonden. Een stok wordt tussen de poten en het been van de achterste poten doorgestoken en vastgebonden aan de bovenste sporten van de ladder. [N 28, 67; monogr.]
II-1
|