e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoepelrok ballonrok: bellonrok (Eksel), caroline: karəlin (Tongeren), Banden van riet. [sic] [NB: Fr. crinoline -&gt; volksetym.?; of carolin]  karolin (Borgloon), creoline: krejólin (Tongeren), kreolin (Riksingen, ... ), kréolin (Tessenderlo), crinoline (fr.): krinoline (Sittard), krinolín (Ketsingen), fronsenrok: fronserok (Eksel), godet (fr.): godè (Val-Meer, ... ), hoepeljupe (<fr.): hupəljōp (Opheers), hoepelrok: hoepelrok (Beek, ... ), hoeppelrok (Bilzen), hupəlroͅk (Hamont, ... ), hŭpəlroͅk (Boekt/Heikant, ... ), upəlrŏk (Sint-Truiden), Is aangefronst in de lee.  hoepelrok (Oostham), Met hoepels gefronst.  hoepelrok (Diepenbeek), Zit onderjurk onder met versteviging als hoepel.  hoepelrok (Kesseleik), jupon (fr.): zjupao (Stokkem), petticoat (eng.): pettikoot (Oirlo), &lt;Eng. petticoat  pettikoot (Oirlo), plooienjupe (<fr.): plooie jaup (Millen), reep: reep (Vliermaal), reeprok: reeprok (Hoeselt, ... ), reiprok (Herten (bij Roermond)), rei̯əprok (Lommel), rēijprok (Stevensweert), ri-jəproͅk (Velm), rieprok (Lummen), rieprók (Sevenum, ... ), rijəproͅk (Beringen), riproͅk (Borlo, ... ), riëproͅk (Halen), riəprok (Beringen, ... ), riəproͅk (Beverlo, ... ), rīproͅk (Hasselt), rɛ`pjrək (Wintershoven), rɛiprok (Boorsem), Hoepelrok.  reeprok (Bilzen), repenrok: reeferok (Bleijerheide), reeperok (Eigenbilzen, ... ), reeperók (Hoensbroek), reipe rok (Ulestraten), reipe-rok (Klimmen, ... ), reipe-ròk (Klimmen), reiperok (Amstenrade, ... ), reiperòk (Munstergeleen, ... ), reipperok (Reuver), reipərok (Opglabbeek, ... ), reipəroͅk (Bocholt), reperok (Leopoldsburg), repəroͅk (Kaulille, ... ), rēpərok (Leopoldsburg), rēͅipəroͅk (Bree, ... ), reͅipərok (Lanklaar), reͅipərŏk (Maaseik), reͅipəroͅk (Eisden, ... ), rieperok (Diepenbeek, ... ), rieperrok (Kerkrade), rieëperok (Meerlo, ... ), rieəpərok (Beringen, ... ), rijperok (Neeroeteren), rijpəroͅk (Achel), rijəpəroͅk (Zelem), ripəroͅk (Herk-de-Stad), riëperok (Kwaadmechelen, ... ), riəpərok (Kwaadmechelen, ... ), rī-jəpəRòk (Paal), rīəpərok (Beringen), rĭĕperòk (Boekt/Heikant), rĭpəroͅk (Boekt/Heikant), rèiperok (Hoensbroek), rèjperok (Panningen), rèperok (Wijk), rèèperok (Mheer), réperok (Jabeek), rɛipəròk (Mechelen-aan-de-Maas), B.v. Hoepelrokken zijn uit de mode.  reͅipəroͅk (Meeswijk), Eigenaardige moode die haast elke eeuw in de vrouwenkleeding terugkeert.  reiperok (Valkenburg), Plissérok met zoveel volume dat bij het vlug ronddraaien op zichzelf het meisje als in een hoepel draait.  reiperok (Mechelen-aan-de-Maas), Ss. sub reep.  reiperok (Roermond), Vero., zie ook afb. p. 387.  rèiperok (Gronsveld), Zie ook afb. p. 242.  reiperok (Roermond), Zie ook afb. p. 347.  reiperok (Maastricht), repenschorts: rèjpesjêûts (Mechelen), rok bet baleinen: ene rok bij baleine (Borgloon), tirettejupe (<fr.): Baleinen hoepelrok. [Tongeren Wb.: ?tïrrèt (Fr. tirrette, ritssluiting) + jaup (Fr. jupe)]  tijèttejaup (Tongeren) [hoepelrok] || [reiperok*]: hoepelrok, crinoline || crinoline [N 23 (1964)] || hoepelrok || hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || ouderwetse, wijde rok met horizontale banen, meestal van verschillende kleuren stof; hoepelrok || Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3