28438 |
honingkamerraam |
honingkamerraam:
honeŋkāmǝrrām (L265p Meijel),
honingkamerraam (L384p Herkenbosch),
huǝneŋkāmǝrrām (Q113p Heerlen),
hōneŋkāmǝrrām (L271p Venlo),
honingkamerraampje:
honeŋkāmǝrrę̄mkǝ (L329p Roermond),
hōneŋkāmǝrrę̄mkǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
honingraam:
honingraam (L428p Born, ...
L294p Neer,
Q197p Noorbeek,
L381b Peij,
Q197a Terlinden),
hōneŋrām (L371a Geistingen),
honingraampje:
honeŋręmkǝ (L210p Venray),
hōneŋrę̄mpkǝ (Q015p Stein),
honingraat:
honingraat (K317a Kerkhoven),
honingzolderraam:
honingzolderraam (L421p Dilsen, ...
L330p Herten,
L246p Horst,
L416p Opglabbeek,
L374p Thorn),
hø̜neŋzø̜ldǝrrām (L372p Maaseik),
hōneŋzøldǝrrām (Q018p Geulle),
hoogselraam:
hø̄xsǝlrǭm (Q177p Millen),
kleine raam:
kleine raam (L289p Weert),
raam:
raam (L333p Asenray / Maalbroek),
raam van de zolder:
rǭm van dǝ zǫlǝr (Q071p Diepenbeek)
|
Raam in de honingkamer of honingzolder waarin honing verzameld wordt. Het honingkamerraam is doorgaans lager dan het broedkamerraam. Zo is het honingkamerraam van de Simplexkast 140 mm hoog en dat van de Dadant- en de Langstrothkast 159 mm. De breedte van de honingkamerramen van deze drie kasten komt overeen met die van de broedkamerramen. Zie hiervoor de lemmata Simplexkast, Dadantkast en Langstrothkast. [N 63, 10i; N 63, 10h; Ge 37, 23]
II-6
|