32953 |
hooimijt zetten |
(hooimijt) aanzetten:
([hooimijt]) ānzętǝn (Q009p Maasmechelen),
(hooimijt) bermen:
([hooimijt]) bɛrǝmǝ (L215p Blitterswijck, ...
L331b Boukoul,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L366p Gruitrode,
L369p Kinrooi,
L332p Maasniel,
L382p Montfort,
L427p Obbicht,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L268p Velden,
L289p Weert),
bē̜rǝmǝ (L265p Meijel),
bęrǝmǝ (L423p Stokkem),
bɛ.rǝmǝ (L290p Panningen),
bɛrǝmǝ (L320a Ell, ...
L289a Hushoven,
L321a Ittervoort,
Q022p Munstergeleen,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy),
(hooimijt) leggen:
([hooimijt]) lęgǝ (Q178p Val-Meer),
(hooimijt) maken:
([hooimijt]) mākǝ (P175p Gingelom, ...
L326p Grathem,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten,
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
L420p Rotem,
Q099q Rothem,
Q197a Terlinden,
Q162p Tongeren,
Q117a Waubach,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
([hooimijt]) māxǝ (Q211p Bocholtz),
([hooimijt]) mǭkǝ (Q156p Borgloon, ...
Q077p Hoeselt,
Q198b Oost-Maarland,
P107a Rummen,
Q178p Val-Meer),
(hooimijt) tassen:
([hooimijt]) tasǝ (L286p Hamont, ...
P176p Sint-Truiden),
([hooimijt]) tāsǝ (L312p Neerpelt, ...
L314p Overpelt),
(hooimijt) zetten:
([hooimijt]) zetǝ (L331b Boukoul, ...
L330p Herten,
L325p Horn,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
L322a Nunhem,
L331p Swalmen,
Q101p Valkenburg),
([hooimijt]) zętǝ(n) (L282p Achel, ...
L244c America,
L295p Baarlo,
L324p Baexem,
L429a Berg,
K358p Beringen,
K318p Berverlo,
Q121c Bleijerheide,
L317p Bocholt,
L247p Broekhuizen,
L426p Buchten,
Q071p Diepenbeek,
Q004p Gelieren Bret,
L164p Gennep,
L326p Grathem,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L322p Haelen,
P048p Halen,
L320c Haler,
Q002p Hasselt,
Q113p Heerlen,
Q112a Heerlerheide,
L165p Heijen,
L413p Helchteren,
L291p Helden,
K316p Heppen,
L414p Houthalen,
L370p Kessenich,
Q002b Kiewit,
L422p Lanklaar,
L289b Leuken,
K278p Lommel,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
P176a Melveren,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L416p Opglabbeek,
L163p Ottersum,
K357p Paal,
L355p Peer,
L373p Roosteren,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
Q096d Smeermaas,
L423p Stokkem,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q178p Val-Meer,
L268p Velden,
L163b Ven-Zelderheide,
L386p Vlodrop,
L214p Wanssum,
Q117a Waubach,
Q078p Wellen,
P044p Zelem),
([hooimijt]) zɛ.tǝ (L314p Overpelt),
([hooimijt]) zɛ̄tǝ (L290p Panningen),
mijten:
mitǝ (L429a Berg, ...
L215p Blitterswijck,
L214a Geysteren,
L426z Holtum,
L217p Meerlo,
L416p Opglabbeek,
L387p Posterholt,
L432p Susteren,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
mēi̯tǝ (L360p Bree),
mē̜tǝ (K359p Koersel),
mē̜ǝtǝ (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
męi̯tǝ (P222p Opheers, ...
L420p Rotem),
mītǝ (Q018p Geulle, ...
Q193p Gronsveld,
Q009p Maasmechelen,
Q192p Margraten,
Q018a Moorveld,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
Q112z Ten Esschen,
Q112b Ubachsberg),
opeenzetten:
ǫpēi̯nzętǝ (Q072p Beverst),
optassen:
ǫptasǝ (L269p Blerick, ...
L265p Meijel),
tassen:
tāstǝ (L366p Gruitrode, ...
L355a Linde)
|
Het opzetten en zorgvuldig schikken van de hooistapel bij de schuur van de boerderij. Zie het lemma ''hooimijt''. Er wordt door de informant uitdrukkelijk aangegeven dat er geen hooimijten werden gezet in: P 173, 174, 177a, 178, 179, 180, 182, 184, 197, 214, 218, 219, 220, 223, 224, 227, Q 7, 154, 155, 160, 164, 165, 166, 167, 169, 171, 172, 174, 175, 177, 179, 181, 240. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooimijt. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de hooimijt, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''hooimijt''. Vergelijk paragraaf 4.3 voor de opbouw van dit en het volgende lemma.' [N 14, 126b]
I-3
|