32241 |
hooipaalkrammen |
karogen:
kɛrǫwgǝ (L294p Neer),
kokers:
kǭkǝrs (L270p Tegelen),
ogen:
uwǝgǝ (K353p Tessenderlo),
ǫwgǝ (Q019b Groot Genhout, ...
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht,
L382p Montfort),
oren:
oren (L426p Buchten),
ōǝrǝ (L381p Echt),
rongogen:
roŋǫwgǝ (L270p Tegelen),
trompen:
trompǝ (Q119p Eygelshoven, ...
Q204a Mechelen),
trumpǝ (Q204a Mechelen)
|
Tijdens de oogsttijd worden de voor- en achterwand van de karbak verwijderd. In plaats daarvan wordt er op iedere hoek van de karbak een hooipaal geplaatst. Deze hooipalen worden met behulp van metalen krammen vastgezet. Zie ook afb. 201 en het lemma ɛhooipaalɛ in wld I.13, pag. 62.' [N G, 59f]
II-12
|