30747 |
houtschilderen |
houten:
hǫwtǝ (Q111p Klimmen),
houtimitatie:
hǫwt˱imitāsi (Q111p Klimmen, ...
L267p Maasbree),
houtkleuren:
hōtklȳrǝ (Q113p Heerlen),
hōtklȳǝrǝ (Q117a Waubach),
hōtklø̄rǝ (Q071p Diepenbeek, ...
P219p Jeuk),
hǫwtklø̄.rǝ (L426p Buchten, ...
L330p Herten),
hǫwtklø̄rǝ (Q111p Klimmen, ...
L265p Meijel,
Q032p Schinnen),
hǫwtklø̜̄rǝ (L328p Heel),
hǭltklø̄rǝ (L163p Ottersum),
imitatiehout:
imitāsihǭt (Q203p Gulpen),
in de eik zetten:
en ǝn ājk ˲zɛtǝ (K353p Tessenderlo),
in het eiken zetten:
en ǝt˱ ęjkǝ zętǝ (Q111p Klimmen),
masern:
māzǝrǝ (Q121p Kerkrade)
|
Het nabootsen van hout met behulp van verf. Het houtschilderen bestaat uit het aanleggen, het maken van vlammen en draden, en het glaceren. Zie ook het lemma 'Glaceren'. [N 67, 85a]
II-9
|