27897 |
hulpstijl |
appui-tje:
apikǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
hulpstijl:
hø.lǝpšt˙il (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
hølpštil (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
hølpštīl (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Domaniale]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
kophout:
kophout (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
kophōt (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
pierewiet:
pirǝwit (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Zwartberg, Waterschei]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
polt:
polt (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
steenknuppel:
štēknøpǝl (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
tussenstijl:
tøšǝštil (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Stijl waarmee men de kap van een ondersteuning tijdelijk tegen het dak kan vastzetten. Dankzij de hulpstijl heeft de mijnwerker de handen vrij om de definitieve stijl te kunnen plaatsen. Omdat de hulpstijl van tijdelijke aard was, gebruikte men daar op de vier Oranje-Nassaumijnen, gezien de antwoorden van de invuller uit Q 113, ook onderdelen voor die in feite bij de beschoeiing van ondersteuningen toegepast werden. Het woordtype "pierewiet" (Q 15, Q 21) werd op de mijn Maurits aangewend voor een hulpstijl bestaande uit een onderstijl met een doorsnede van ongeveer 50 mm en een stevige punt en een bovenstijl met grove schroefdraad. Door middel van een as kon men de hulpstijl langer of korter maken. "Pierewiet" is volgens de zegsman uit Q 15 vermoedelijk vervormd uit pirouette, omdat deze stijl kon ronddraaien terwijl hij op dezelfde plaats bleef staan. Zie ook Wnt XII, 1 pag. 1571 s.v. "pierewiet". [N 95, 359; N 95, 760 add.]
II-5
|