e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsnagels ijsnagelen: aj.snø̜̄.gǝl (Berg, ... ), ajsnø̜̄.gǝl (Sluizen), ajsnēgǝl (Diets-Heur), ãǝ.snø̜̄.gǝl (Membruggen), ē.sn ̇ø̜̄gǝl (Herderen), ē.snø̄.gǝl (Val-Meer, ... ), ē.snø̜̄.gǝl (Riemst, ... ), ē.snē.gǝl (Martenslinde), ē.snē̜.gǝl (Grote-Spouwen, ... ), ē.snē̜gǝl (Eigenbilzen), ēǝsnē ̞ǝgǝl (Zonhoven), ē̜.sne ̝ǝ.gǝl (Ordingen  [(enk -nǭ.gǝl)]  ), ē̜.snie̜.gǝl (Hasselt), ē̜.snīǝ̜.gǝl (Beverst  [(enk -nǭ.gǝl)]  , ... ), ē̜.snø̜̄.gǝl (Gors-Opleeuw, ... ), ē̜snēgǝl (Halmaal, ... ), ē̜ǝ.snø̜̄.gǝl (Piringen), ęj.snē.gǝl (Bilzen), ęjsnē̜.gǝl (Heesveld-Eik  [(bij het winterbeslag: een nagel aan de voorzijde van het hoefijzer op de plaats en ter vervanging van de ɛstootɛ- enk -nq!gdl)]  , ... ), ī.snø̜̄.gǝl (Kanne), ī.snē ̞gǝl (Kinrooi), ī.snē.gǝl (Molenbeersel, ... ), ī.snē̜.gǝl (Beek, ... ), ī.snē̜gǝl (Grote-Brogel), ī.snīǝgǝl (Weert), īsnēgǝl (Meeswijk, ... ), īsnē̜gǝl (Castenray  [(enk -nāgǝl)]  , ... ), īsnē̜ǝl (Spekholzerheide  [(enk -nal)]  ), īsnɛ̄gǝl (Heijen, ... ), īsnɛ̄l (Simpelveld), ɛj.snø̜̄.gǝl (Hoeselt, ... ), ɛjsnø̜̄gǝl (Henis), ̇īsnē̜gǝl (Herten), ijsnagels: ijsnagels (Bolderberg, ... ), ē̜.snię.gǝls (Berlingen), ē̜.sniǝ.gǝl (Borgloon, ... ), ē̜.sniǝ.gǝls (Ulbeek, ... ), ē̜.sniɛ.gǝl (Bommershoven, ... ), ē̜.sniɛ.gǝls (Hopmaal), ē̜.snǭ.gǝl (Broekom, ... ), ē̜.snǭ.gǝls (Brustem, ... ), ē̜snãgǝl (Tessenderlo), ē̜snā.gǝls (Beringen, ... ), ē̜snāgǝls (Donk, ... ), ē̜snǭ.gǝls (Binderveld, ... ), ē̜snǭgǝl (Kwaadmechelen), ē̜ǝ.sniǝ.gǝl (Sint-Lambrechts-Herk), ē̜ǝ.sniǝ.gǝls (Hoepertingen), ē̜ǝ.sniɛ.gǝl (Zepperen), ē̜ǝ.snīgǝls (Alken), ē̜ǝ.snǭ.gǝls (Gutschoven, ... ), ē̜ǝsnā.gǝls (Berbroek, ... ), ē̜ǝsnǭ.gǝls (Kerkom), ē̜ǝsnǭgǝl (Aalst), ęj.sniǝ.gǝl (Diepenbeek, ... ), ęjsnǭ.gǝls (Bevingen, ... ), ęjsnǭgǝl (Bevingen, ... ), ęjǝsnīǝgǝls (Ulbeek), ī.sniǝ.gǝls (Kortessem, ... ), īsnāgǝl (Geulle, ... ), īsnǭgǝl (Zutendaal), īsnɛ̄gǝls (Meerlo), ɛ̄ ̝snāgǝls (Zelem), ɛ̄snǭ.gǝls (Vorsen), %% enkelvoud%%  ē̜snāgǝl (Loksbergen), kopnagels: kǫpna.gǝls (Stokrooie), scherpmaaknagelen: sxɛrǝpmuknīǝ.gǝl (Stevoort) Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.] II-11