26045 |
ijzerbalk |
balk:
balk (P051p Lummen),
ijzerbalk:
ežǝrbalǝk (L265p Meijel),
ijzerbalk (L327p Beegden, ...
L326p Grathem,
L291p Helden,
L216p Oirlo,
L381b Peij),
izǝrbalǝk (L316p Kaulille),
ę̄ǝzǝrbalk (P051p Lummen),
īzǝrbalk (L211p Leunen),
īzǝrbalǝk (L320a Ell, ...
L246a Swolgen,
L289p Weert
[(meervoud: īzǝr bɛlǝk)']
),
ijzeren balk:
isdǝrǝ balǝk (L292a Maxet),
īzǝrǝ balǝk (L432p Susteren, ...
L289p Weert),
middelste balk:
medǝlstǝ balǝk (L330p Herten),
nokkebalk:
nǫkǝbalǝk (P046p Linkhout
[(standerdmolen)]
),
schuifbalk:
sxø̄jfbalǝk (P051p Lummen),
spilbalk:
spelbalǝk (L265c Beringe),
weersbalk:
wērs˱balǝk (Q113p Heerlen)
|
De horizontale balk waarin bij de standerdmolen het boveneinde van het staakijzer draait en bij de Hollandse molen het boveneinde van de koning. In dit lemma zijn alle opgaven bijeengeplaatst, die betrekking hebben op de ijzerbalk in standerdmolens. Bovendien is hier materiaal opgenomen waarvan door de invullers niet is vermeld voor welk type windmolen het van toepassing is. De opgaven die specifiek de ijzerbalk van de Hollandse molen aanduiden, zijn bijeengeplaatst in het lemma ɛijzerbalk van de Hollandse molenɛ.' [N O, 29d; N O, 16k; A 42A, 17]
II-3
|