32724 |
in de voor |
door de voor:
dor dǝ [voor] (L246p Horst),
dør ǝ [voor] (Q002a Godschei),
dø̜r dǝ [voor] (L192b Aijen, ...
Q072p Beverst,
Q081a Heesveld-Eik,
L209p Merselo,
L115p Mook,
L192a Siebengewald),
dōǝ.r dǝ [voor] (Q082p Munsterbilzen),
dūr dǝ [voor] (Q001p Zonhoven),
dūǝ.r dǝ [voor] (Q003p Genk, ...
L416p Opglabbeek),
dǫr dǝ [voor] (L265b Kronenberg),
dǫr ǝ [voor] (L414p Houthalen),
in de voor:
en dǝ [voor] (Q191p Cadier, ...
Q027p Doenrade,
L292p Heythuysen,
L265b Kronenberg,
Q192p Margraten,
Q116p Simpelveld),
in dǝ [voor] (L115p Mook, ...
Q194p Rijckholt),
ę.n dǝ [voor] (Q005p Zutendaal),
ęn ǝ [voor] (L417p As, ...
Q071p Diepenbeek,
L418p Niel-bij-As),
van de hand:
van dǝ ha.nt (L248p Lottum)
|
Het paard dat een karploeg trekt, gaat "in de voor", d.w.z. door de ploeggeul. Als een zwaardere rechtse ploeg door een tweespan getrokken wordt, gaat het rechter paard (van achteren gezien) door de voor. Door de voor gaat ook het rechter wiel van een rechtse karploeg. [JG 1a; N 11A, 141b; monogr.]
I-1
|