id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26290 | inbijten | afslijten: afsletjǝ (Meijel), opslijten: opslę̄tǝ (Lummen), sletig worden: slētex wø̜rǝ (Paal), slētix wørǝ (Lummen), te diep werken: tǝ dēp werǝkǝ (Thorn), uitlopen: ūtlǫwpǝ (Einighausen), verslijten: (de kammen zijn) vǝrslętǝ (Wellen) | Het slijten van de kammen van het aswiel en de staven van het rondsel. [N O, 14g; Grof 105] II-3 |