31576 |
karhoepelwals |
bandenmachine:
be̜ŋmašin (Q121b Spekholzerheide),
bandenwals:
bɛnjwals (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
bɛ̄ntwals (L216a Oostrum),
buigmachine:
bȳǝxmǝšīn (L217p Meerlo, ...
L213p Well),
bø̄xmašiŋ (Q113p Heerlen, ...
Q116p Simpelveld),
bø̜jxmašin (Q111p Klimmen),
bø̜jxmǝš ̇in (L330p Herten),
bø̜jxmǝšin (L321p Neeritter, ...
Q099q Rothem),
centermachine:
sɛntǝrmǝšīn (Q083p Bilzen),
cirkelmachine:
serkǝlmǝšīn (Q083p Bilzen),
draaimachine:
dręjmǝšen (P176b Bevingen),
drɛjmǝšen (P219p Jeuk),
hoepelwals:
hupǝlwals (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald),
plooibank:
plǫjbank (Q083p Bilzen),
plooiijzer:
ploǝjīzǝr (L299p Reuver),
plooimachine:
pluwǝjmašen (K353p Tessenderlo),
plōjmǝšin (Q071p Diepenbeek
[(werd met de hand aangedreven)]
),
repenplooimachine:
rɛ̄jpǝplūjmašin (Q005p Zutendaal),
repenwals:
rēpǝwals (Q116p Simpelveld),
rolbank:
rǫlbank (P047p Loksbergen),
rondmachine:
rønmǝšin (Q095p Maastricht),
wals:
wals (P176b Bevingen, ...
L165p Heijen,
L159a Middelaar,
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
Q121b Spekholzerheide)
|
Werktuig om wielbanden rond te buigen. Het bestaat doorgaans uit een onderstel waarop drie walsrollen zijn aangebracht. Twee rollen liggen naast elkaar, de derde is in het midden boven de twee onderste bevestigd en kan in de hoogte worden versteld. Tijdens het buigen wordt de wielband tussen de onderste en de bovenste rollen heen geleid, waarbij door het verticaal verstellen van de bovenste rol de kromte van de band kan worden geregeld. De walsrollen worden door middel van tandraderen in beweging gebracht. Zie ook afb. 211. Om de uiteinden van een wielband met elkaar te verbinden, worden deze eerst in een splits uitgesmeed en vervolgens kort verhit, opgestuikt en met hamerslagen aan elkaar gesmeed. Zie ook het lemma ɛeen splits uitsmedenɛ.' [N 33, 217; N 33, 218]
II-11
|