21225 |
ketser |
drijver:
driever (L269p Blerick, ...
L318b Tungelroy),
drievər (L329a Kapel-in-t-Zand),
jager:
jaagər (L329a Kapel-in-t-Zand),
ps. invuller twijfelt over dit antwoord (er staat een vraagteken achter!).
jaeger (L330p Herten (bij Roermond)),
ketsen (ww.):
meisjes op kermis loopen
<ketsen> (L368p Neeroeteren),
ketser:
ketser (L428p Born, ...
L360p Bree,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
L374p Thorn),
#NAME?
ketser (L415p Opoeteren, ...
L355p Peer,
L355p Peer),
(rondlooper)
ketsen (L368p Neeroeteren),
briquet
ketsen (L360p Bree),
ketser (L414p Houthalen),
die hard loopt
kɛtsər (L421p Dilsen, ...
L420p Rotem),
die veel achter meisjes loopt en veel blauztjes loopt
ketser (L413p Helchteren),
duif die haar eten zoekt op veld
<ketser> (L414p Houthalen),
een aansteker om een sigaret aan te steken
ən keͅtsər (L416p Opglabbeek),
iemand die veel met meisjes uitgaat =
ketser (L420p Rotem),
jongen die veel per fiets uitrijdt
ketser (L423p Stokkem),
jongen die veel rondloopt
<ketser> (L414p Houthalen),
meisje das veel rond loopt
ketser (L422p Lanklaar),
meisje dat met bal speelt
ketster (L316p Kaulille),
meisjeszot
<ketser> (L372p Maaseik),
om vuur te maken voor een sigaret
<ketser> (L358p Reppel),
steen om vuur te doen ontstaan
kester (L317p Bocholt),
koetsier:
koetsier (P219p Jeuk),
koetsjer (L387p Posterholt, ...
Q118p Schaesberg),
lijndrijver:
liendriever (L288a Ospel),
trekker:
trekker (L265p Meijel),
voerman:
voerman (L265p Meijel),
voormaan (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
voorman (Q111p Klimmen, ...
Q032p Schinnen,
L386p Vlodrop),
voormann (Q035p Brunssum),
voormanne (L320a Ell),
voormàn (L417p As),
vourman (L433p Nieuwstadt),
vuurketser:
ən vērkeͅtser (L416p Opglabbeek),
aanstekertje
veerketser (L368p Neeroeteren),
briket of vuursteen
Enne veurketser (L413p Helchteren)
|
de persoon die het paard van een trekschuit leidt [ketser] [N 90 (1982)] || kent uw dialect een zelfstandig naamwoord ketser, kasjer, wat betekent het ? [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|