22399 |
kien! |
halt?:
hoolt (Q168a Rijkhoven),
ho:
Vgl. Diepenbeek Wb., pag. 99: houw, stop (voor paard)?
hou (Q071p Diepenbeek),
jeu:
[sic]
jeu (Q162p Tongeren),
kiem:
kiem (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
Q121p Kerkrade,
K278p Lommel,
K278p Lommel,
L312p Neerpelt),
kim (Q113p Heerlen, ...
L314p Overpelt),
Uitroep bij het kinespel, wanneer men gewonnen heeft.
kiem (Q121p Kerkrade),
kien:
gewonne! ich hem ein kin (L363p Ellikom),
ich hem ən kīn (L286p Hamont),
ken (K318p Beverlo, ...
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q006p Leut,
L416p Opglabbeek,
Q241p Rutten),
kieen (Q035p Brunssum),
kien (Q102p Amby, ...
Q083p Bilzen,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L428p Born,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
L353p Eksel,
Q207p Epen,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
Q203p Gulpen,
L322p Haelen,
L320c Haler,
L286p Hamont,
L352p Hechtel,
L352p Hechtel,
L328p Heel,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
L413p Helchteren,
L330p Herten (bij Roermond),
K360p Heusden,
K360p Heusden,
Q039p Hoensbroek,
L414p Houthalen,
Q109p Hulsberg,
Q096b Itteren,
L321a Ittervoort,
L329a Kapel-in-t-Zand,
L298a Kesseleik,
Q111p Klimmen,
K317p Leopoldsburg,
Q016p Lutterade,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L217p Meerlo,
L364p Meeuwen,
L364p Meeuwen,
L383p Melick,
Q034p Merkelbeek,
Q196p Mheer,
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
K357p Paal,
L355p Peer,
L355p Peer,
L387p Posterholt,
Q012p Rekem,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
Q015p Stein,
L331p Swalmen,
L331p Swalmen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
Q201p Wijlre,
K361p Zolder,
K361p Zolder,
K361p Zolder,
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven,
Q005p Zutendaal),
kiĕn (Q095p Maastricht),
kin (P120p Alken, ...
L417p As,
L300p Beesel,
K358p Beringen,
K318p Beverlo,
K318p Beverlo,
Q072p Beverst,
L317p Bocholt,
L317p Bocholt,
L317p Bocholt,
Q156p Borgloon,
Q156p Borgloon,
L360p Bree,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
P185p Engelmanshoven,
L164p Gennep,
Q193p Gronsveld,
L366p Gruitrode,
P195p Gutshoven,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q113p Heerlen,
P197p Heers,
P050p Herk-de-Stad,
K360p Heusden,
Q077p Hoeselt,
Q165p Horpmaal,
Q157p Jesseren,
P219p Jeuk,
P219p Jeuk,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
L316p Kaulille,
L316p Kaulille,
K317a Kerkhoven,
K359p Koersel,
K359p Koersel,
K359p Koersel,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
L422p Lanklaar,
P046p Linkhout,
P046p Linkhout,
P047p Loksbergen,
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
P176a Melveren,
Q199p Moelingen,
L319p Molenbeersel,
L367p Neerglabbeek,
Q096c Neerharen,
L368p Neeroeteren,
L368p Neeroeteren,
Q117p Nieuwenhagen,
L433p Nieuwstadt,
K315p Oostham,
L371p Ophoven,
L415p Opoeteren,
L415p Opoeteren,
K357p Paal,
K357p Paal,
L358p Reppel,
Q168a Rijkhoven,
L420p Rotem,
P052p Schulen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
K359a Stal,
P058p Stevoort,
L423p Stokkem,
P056p Stokrooie,
L432p Susteren,
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
P121p Ulbeek,
Q178p Val-Meer,
Q171p Vlijtingen,
Q008p Vucht,
Q078p Wellen,
Q078p Wellen,
P172p Wilderen,
P177p Zepperen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder,
Q001p Zonhoven,
Q179a Zussen),
kinn (Q086p Eigenbilzen),
kīn (Q086p Eigenbilzen, ...
Q202p Eys,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q010p Opgrimbie),
Afl. kienen.
kin (Q078p Wellen),
Als het rijtje heel bezet is.
kin (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
B.v. ich hem kien, ché mer out en betaolt!.
kiĕn (Q003p Genk),
Bij t kinnen, lottospel, speelt men voor een volle kaart of voor een rij. Als er 4 getallen op één rij bezet zijn, roept men kàddêrm (quaterne), 5: kin (quinque)"(J. Frère, L.V., II, 212).
kïn (Q162p Tongeren),
Fr. quinaire: door 5 deelbaar.
kin (L371a Geistingen),
Fr. quine vijf nummers op n rij) (ook > A.N.).
kïn (Q162p Tongeren),
Fr. quine.
ken (L424p Meeswijk),
Het rijtje op één na bezet heet kokkederm.
kin (L368p Neeroeteren),
Ik heb kien (kienspel).
kin (L286p Hamont),
Kin (h)èbbe: van Fr. quine.
kin (Q002p Hasselt),
Kin! Ik heb vijf juiste kienbolletjes op een rij (kienspel).
kin (Q074p Kortessem),
NB kienbùlleke: kiendopje (bij kienspel
kien (K361p Zolder),
niet 1 rij, maar de hele kaart
kien (L299p Reuver),
Sam. -spel, -doos, -avond, -partij, -club.
kin (Q188p Kanne),
Sub kieme.
kien! (L288p Nederweert),
Sub kin, (2).
ken zijn (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
Sub kinne.
kin (Q074p Kortessem),
Sub kinne: Ich haw driemaol kin.
kin (L381p Echt/Gebroek),
t blokje meet nr. 1 op heet men: t pinneka van Flork.
kin (Q162p Tongeren),
Uitroep bij het kienen: alle nummers op één regel of de hele kaart vol.
kien (L331p Swalmen),
Van Fr. quine.
kien (Q001p Zonhoven),
Van het fr. "quinaire": door vijf deelbaar.
kin (Q193p Gronsveld),
Vijf cijfers.
kin (Q074p Kortessem),
Vijf nummers op één rij.
kin (Q162p Tongeren),
Wanneer vier cijfers vol zijn: ketärm.
keͅn (L423p Stokkem),
Wanneer vier kaarten bezet zijn: kakken-derm !
kin (L362p Opitter),
Z. ook holem.
kien (Q095p Maastricht),
rij:
ig heb rie (L364p Meeuwen),
ri (L367p Neerglabbeek),
uit:
ech beͅn uōͅwət (L414p Houthalen),
ex sen oͅwət (Q001p Zonhoven),
ich ben out (L372p Maaseik),
ich bén aut (Q177p Millen),
oowet (Q071p Diepenbeek),
uit (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
vijfde, een ~:
enne vijfde (Q071p Diepenbeek),
vol:
vol (P214p Montenaken, ...
P192p Voort)
|
1. Kien! Bingo! Uitroep bij het kienspel om aan te geven dat men de 5 nummers op een rij heeft. || 1. Uitroep bij het kienspel. || 2. Kienspel. || [2]. Uitroep wanneer men kien heeft bij het kienspel. || [I]. Uitroep bij het kienspel als men een kaart vol heeft. || [Kien]. || Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] || Het kienspel gewonnen hebben. || II. Kienspel, lottospel. || III. Uitroep bij kien- of lottospel. || Kien (kienspel). || Kien! || Kien, t.w. uitroep bij het kienspel, als men het eerst de vijf nummers ener rij op een kienkaart vol heeft. || Kien: 1. Kien (d.i. vijf nummers op een rij) in het kienspel. || Kien: 1. Vijf nummers op een rij van een kienkaart. || Kien: ik heb kien = ik heb de vijf nummers op een rij van de kienkaart vol. || Kin. || Lottospel. [ZND m] || Quine: Het kienspel. || Quine: Kien; (uitroep bij het kien- of lottospel). || Quine: rij van 5 nummers bij lotto. || Uitroep bij het kienspel wanneer men de vijf nummers op een rij heeft. || Uitroep bij het kinnen of kienen, als men vijf nummers op een rij heeft. || Uitroep bij volle kaart van volksvermaak. || Vijf op n rij [kienspel]. || Wat roept de speler als hij een rijtje bezet heeft? [katern, hammeke, kien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|