e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kippenhok henhuis: (h)enǝs (Stein), hendǝrš (Heerlerheide), henǝs (Amby, ... ), henǝš (Hoensbroek), hęnǝs (Heugem, ... ), hennenhok: he ̝nǝhǫk (Groot-Gelmen), henǝ(n)hǫk (Overpelt), henǝhǫk (Amby, ... ), henǝnhǫk (Achel, ... ), hęnǝhǫk (Afferden, ... ), hennenhuisje: (h)enǝhyskǝ (Stein), (h)enǝhø̜i̯skǝ (Berg), hennenkooi: henǝkoai̯ (Leuken), henǝkoi̯ (Wijchmaal), henǝkø̜i̯ (Lozen, ... ), henǝkōi̯ (Helchteren, ... ), henǝkū(ǝ)i̯ (Bocholt), henǝkūǝi̯ (Boshoven, ... ), henǝkű̄i̯ (Beek, ... ), hęnǝkȳi̯ (Grubbenvorst, ... ), hęnǝkȳǝ (Helden, ... ), hęnǝkȳǝi̯ (Meterik), hęnǝkø̄i̯ (Horst, ... ), hęnǝkø̜i̯ (Blitterswijck, ... ), hęnǝkǫi̯ (Geysteren, ... ), hennenkot: (h)e ̝nǝkǫt (Sint-Truiden), (h)enǝkǫt (Eisden, ... ), enǝkot (Lanklaar, ... ), enǝkǫt (Boorsem, ... ), he ̝nǝkǫt (Borgloon, ... ), he.nǝkǫt (Diepenbeek, ... ), henǝkot (Herk-de-Stad), henǝkō.t (Helchteren, ... ), henǝkōt (Bolderberg, ... ), henǝkōǝt (Overpelt), henǝkūt (Lummen, ... ), henǝkǫt (Alken, ... ), hi ̞nǝkǫt (Borlo, ... ), hinǝkot (Herk-de-Stad), hinǝkǫt (Piringen  [(jonger dan polder)]  , ... ), hennenkouw: hɛnǝkǫu̯ (Maasbree, ... ), hennenstal: (h)enǝ[stal] (Maaseik, ... ), enǝ[stal] (Bilzen, ... ), he ̝nǝ[stal] (Hoeselt, ... ), he.nǝ[stal] (As, ... ), henǝ[stal] (Bree, ... ), hi ̞nǝ[stal] (Hoepertingen, ... ), hennenstalletje: henǝstɛlǝkǝn (Peer), hoenderenhok: (h)ōndǝrenhǫk (Maaseik), hōndǝrǝhǫk (Neeritter, ... ), hoenderenkooi: (h)ou̯ndǝrǝkoǝi̯ (Kinrooi), hōndǝrkuǝi̯ (Geistingen, ... ), hoenderenkot: hōndǝrǝkǫt (Aldeneik), hoenderenstal: (h)ōndǝrǝ[stal] (Maaseik), hōndǝrǝ[stal] (Dieteren, ... ), hoenderhok: hondǝrhǫk (Baarlo, ... ), hundǝrhǫk (Heijen, ... ), hōndǝrhǫk (Baarlo, ... ), hǫu̯ndǝrhǫk (Broeksittard, ... ), hoenderhuis: hoandǝš (Vrusschemig), hondeš (Eygelshoven), hondǝš (Heerlen, ... ), honǝš (Eygelshoven), hōndǝ(r)s (Heerlen, ... ), hōndǝrhūs (Broeksittard, ... ), hōndǝrs (Gronsveld, ... ), hōndǝrǝs (Oost-Maarland, ... ), hōndǝs (Amstenrade), hōndǝš (Brunssum, ... ), hoenderkooi: (h)ōndǝrkūi̯ (Kessenich, ... ), (h)ōndǝrkūǝi̯ (Kinrooi), hondǝrkȳǝ (Helden, ... ), hōndǝrkoai̯ (Heythuysen), hōndǝrkȳǝ (Panningen), hōndǝrkōi̯ (Grathem, ... ), hōndǝrkōǝi̯ (Haelen, ... ), hōndǝrkō̜i̯ (Roggel), hōndǝrkūi̯ (Molenbeersel), hōndǝrkūǝi̯ (Baexem, ... ), hoenderkot: (h)ōndǝrkǫt (Maaseik, ... ), hōndǝrkǫt (Elen, ... ), hoenderkouw: hondǝrkǫu̯ (Tegelen), hoenderskooi: hōndǝrskōi̯ (Boukoul, ... ), hōndǝrskūǝi̯ (Baexem), hoenderstal: (h)ōndǝr[stal] (Rotem), hondǝr[stal] (Bocholtz, ... ), hondǝrštǝl (Mheer), honǝstǝ (Nieuwenhagen), honǝštǝl (Bocholtz, ... ), honǝštǝr (Bleijerheide), hęu̯ndǝr[stal] (Einighausen, ... ), hōndǝr[stal] (Born, ... ), hōndǝrstǝ (Moelingen), hōndǝrštǝl (Wijlre), hōnǝštǝl (Epen, ... ), hǫnǝštǝl (Teuven), hǭnštǝl (Moresnet), h˙ondǝštǝl (Montzen), h˙onǝštǝl (Montzen), h˙ōndǝrštǝl (s-Gravenvoeren), h˙ōnǝštǝl (Sint-Martens-Voeren, ... ), kiekenkot: ke ̝kǝkō.t (Heusden, ... ), ke ̝kǝkǫt (Beringen, ... ), kei̯kǝkǫt (Hasselt), kekǝkūt (Lummen), kekǝkǫt (Sint-Truiden), kikǝkǫt (Berverlo, ... ), kiʔǝkǫt (Kerkhoven, ... ), kęi̯kǝkǫt (Bilzen), kīkǝkǫt (Beringen, ... ), kiekenskot: kikǝskǫt (Berverlo, ... ), kiʔǝskǫt (Kwaadmechelen, ... ), kīkǝskǫt (Tessenderlo), kīʔǝskǫt (Tessenderlo), kiekenstal: kiekenstal (Genk), kikǝstãl (Spalbeek), kippenhok: kepǝhǫk (Heerlen, ... ), kipǝ(n)hǫk (Gennep, ... ), kipǝhǫk (Baarlo, ... ), kippenkooi: kepǝkyǝ (Panningen), kipǝkø̄i̯ (Lottum), kipǝkǫi̯ (Middelaar), kippenstal: kepǝ[stal] (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), kipǝ[stal] (Venlo), kuikenhok: kykǝnhǫk (Bocholt), kuikenhuis: kȳkǝs (Geleen), kuikenkouw: kȳkǝkau̯ (Geleen), nachthok: na.xhǫk (Heugem), naxhǫk (Arcen, ... ), slaaphok: šlǭphǫk (Tegelen), slaapstal: slaapstal (Hoepertingen), tutenhok: tȳtǝnhǫk (Tegelen), tutenkouw: tȳtǝkǫu̯ (Tegelen) Het vrijstaande gebouwtje of de afgesloten ruimte ergens in de boerderij, waarin zich de zitstokken en legnesten voor de kippen bevinden. Begripsmatig is het kippenhok lastig af te bakenen van de kippenzolder; vaak lopen de twee benamingen voor het kippenverblijf door elkaar. De twee lemma''s "kippenhok" (2.5.1) en "kippenzolder, polder" (2.5.2) vullen elkaar dan ook aan. De polder-opgaven met de betekenis "kippenzolder, kippenverblijf" zijn overgeplaatst naar het lemma "kippenzolder, polder" (2.5.2); zie de toelichting bij dat lemma. De twee elementen van de samenstellingen van het type kippen-hok zijn apart in kaart te brengen. Het eerste element (hoender-, kippen-, hennen- en kieken-) is hier in deze aflevering over de bedrijfsgebouwen niet verder behandeld; men vindt het in de aflevering over het pluimvee, waar het beter tot z''n recht zal komen. Kaart 30 bevat het tweede element van de bedoelde samenstellingen, de bepaalde delen (-stal, -huis, -hok, -kooi, -kouw en -kot). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie afbeelding 11. [N 5, 93 en 99; N 19, 31; JG 1a, 1b en 1c; A 10, 9h; A 48, 16a; L B2, 283; L 5, 53; L 38, 30; monogr.] I-6