26179 |
klampen |
bokken:
bøk (L163p Ottersum),
klammers:
klamǝrs (L265c Beringe),
klammetjes:
klɛmkǝs (K357p Paal),
klampen:
klampen (L216p Oirlo),
klampǝ (L374p Thorn),
klemmen:
klemmen (P051p Lummen),
kleppen:
klępǝ (L353p Eksel, ...
Q193p Gronsveld),
klossen:
klossen (P046p Linkhout, ...
L210p Venray),
klǫsǝ (L286p Hamont, ...
L313p Sint Huibrechts Lille),
sleutels:
sleutels (L292a Maxet),
slȳǝtǝls (L289p Weert)
|
De klampen waarmee de windborden aan de voorzoom vastliggen. [N O, 4c; A 42A, 68; N O, 4d] || De twee houten latjes onder de bodemplank van het werkstuk om het wegschuiven van het geheel te voorkomen. [N 49, 26e]
II-3, II-8
|