| 31951 |
klauwhamer |
betonhamel:
bǝtoŋhāmǝl (L330p Herten),
gespleten hamel:
gǝspliǝtǝn hǭmǝl (Q083p Bilzen),
klauw:
klaw (K317p Leopoldsburg),
klauwhamel:
kl ̇ǫwhāmǝl (L329p Roermond),
klawhāmǝl (L330p Herten),
klø̄(h)ā.mǝl (Q002p Hasselt),
klǫwhāmǝl (L330p Herten, ...
L387p Posterholt,
L270p Tegelen),
klauwhamer:
klawhā.mǝr (Q020p Sittard),
klawhāmǝr (Q018p Geulle, ...
Q015p Stein),
klawhǭmǝr (K317p Leopoldsburg),
klawāmǝr (L421p Dilsen),
klãfhǭmǝr (K353p Tessenderlo),
klowhāmǝr (L163p Ottersum),
klǫwhamǝr (Q121c Bleijerheide),
klǫwhāmǝr (L328p Heel, ...
Q204a Mechelen,
L299p Reuver,
L385p Sint Odilienberg,
L271p Venlo),
sjoeptihamel:
šuptihǭmǝl (Q162p Tongeren
[(meervoud: šuptihø̜̄mǝl)]
),
timmermanshamel:
temǝrmans(h)ǭmǝl (Q083p Bilzen)
|
Hamer waarvan de kop een gespleten en vaak ook gekromd uiteinde heeft, waarmee men spijkers uit het hout kan trekken. Van de klauwhamer bestaan verschillende uitvoeringen. Het oudere model heeft meestal geen gekromde hamerpin, het recentere model wel. Zie ook afb. 87. [N 53, 131; monogr.]
II-12
|