32681 |
klemmateriaal |
bout:
bǫu̯t (L322p Haelen),
bǭlt (L115p Mook),
kijl:
kī.l (Q019p Beek, ...
Q027p Doenrade,
Q193p Gronsveld
[(mv k ̇ęi̯l)]
,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard),
(mv k ̇ęi̯lǝ)
k ̇ęi̯l (Q193p Gronsveld),
klauw:
klǫu̯ (L192b Aijen, ...
L209p Merselo),
klem:
klɛm (Q116p Simpelveld),
klemblokje:
klęmblø̜kskǝ (L248p Lottum),
klemgrijper:
klęmgripǝr (L248p Lottum),
kram(p):
kra.mp (Q098p Schimmert),
(mv krɛm)
krā.mp (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
pen:
pɛn (L387p Posterholt),
schaarspie:
šārspi (L321p Neeritter),
slofspil:
slofspęl (L369p Kinrooi),
sluitspie:
sløę̄itspii̯ (K278p Lommel),
spij/spie:
spai̯ (K357p Paal),
spi (L246p Horst, ...
K314p Kwaadmechelen,
K353p Tessenderlo,
L318b Tungelroy),
spii̯ (K278p Lommel),
spēi̯ (P044p Zelem),
spę̄ (P175p Gingelom, ...
Q002p Hasselt),
spę̄i (K359p Koersel),
spɛi̯ (Q001p Zonhoven),
spil:
spel (K353p Tessenderlo),
tap:
tap (Q009p Maasmechelen)
|
Met allerlei materialen werden kouter, voorschaar en voorsteun van de ploeg op de ploegbalk vastgezet. Hierdoor bleven deze onderdelen verwisselbaar of verstelbaar. Welk materiaal men gebruikte, blijkt uit de opgaven. [N 11, 31.III.b; N 11A, 140b]
I-1
|