32257 |
kliefmes |
aaks:
hākš (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen,
Q098p Schimmert),
bijl:
bīlǝ (Q098p Schimmert),
kapbijl:
kap˱bīl (L294p Neer),
kliefbeitel:
kliefbeitel (Q156p Borgloon),
kliefmes:
kliefmes (Q074p Kortessem),
klifmęs (Q002p Hasselt),
kloofbeitel:
klø̜jf˱bęjtǝl (L320a Ell, ...
L328p Heel),
kloofijzer:
klōf˱īzǝr (Q095p Maastricht),
kloofmes:
klø̜jfmɛts (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree,
L290p Panningen,
L270p Tegelen),
klē̜ ̝fmęs (Q002p Hasselt),
splijtijzer:
splīt˱ęjzǝr (Q095p Maastricht)
|
Zwaar mes met een lange, houten steel die schuin ten opzichte van het blad staat. Het dient om hout te doen splijten. Het kliefmes wordt daartoe boven op het stuk boomstam gezet, waarna met de kliefhamer op de bovenkant van het blad wordt geslagen tot het hout in tweeën is gespleten. Zie afb. 206. Soms worden bij deze werkzaamheden ook houten of metalen wiggen gebruikt. Zie ook het volgende lemma. Het kliefmes van de kuiper heeft een andere vorm dan dat van andere houtbewerkende beroepen. Zie ook de lemmata ɛkliefhamerɛ en ɛkliefbijlɛ in de paragraaf over de vaktaal van de houtzager.' [N E, 8b; A 32, add.]
II-12
|