31497 |
klinknagel |
klinknagel:
kleŋkniǝgǝl (L328p Heel, ...
L289p Weert),
kleŋknāgǝl (L282p Achel, ...
L269b Boekend,
L331b Boukoul,
L360p Bree,
Q027p Doenrade,
L381p Echt
[(mv kleŋknē̜gǝl)]
,
L320a Ell,
Q203p Gulpen,
L330p Herten
[(mv kleŋknē̜gǝl)]
,
Q039p Hoensbroek,
L246p Horst,
Q111p Klimmen,
L432a Koningsbosch,
K278p Lommel,
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
Q096c Neerharen,
L299p Reuver,
L329p Roermond
[(mv kleŋknē̜gǝl)]
,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L313p Sint Huibrechts Lille,
Q020p Sittard,
L423p Stokkem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L210p Venray,
Q208p Vijlen,
Q117a Waubach),
kleŋknāl (Q121a Chevremont, ...
Q121p Kerkrade,
Q117p Nieuwenhagen,
Q121b Spekholzerheide),
kleŋknēgǝl (L320c Haler, ...
L291p Helden
[(mv kleŋknēgǝl van koper)]
,
L369p Kinrooi),
kleŋknǭgǝl (Q198p Eijsden),
klēŋknãgǝl (L286p Hamont
[(mv kleŋknē̜gǝl)]
),
klēŋknāgǝl (Q200p s-Gravenvoeren),
klēŋknēgǝl (L353p Eksel),
naai:
n ̇ɛj (Q101p Valkenburg),
nāj (Q088p Lanaken),
nęj (Q253p Montzen),
nɛj (Q027p Doenrade, ...
L429p Guttecoven,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q197p Noorbeek,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard,
Q197a Terlinden),
nagel:
nāgǝl (L288a Ospel
[(mv nēgǝl)]
, ...
L329p Roermond),
niet:
nīt (Q211p Bocholtz, ...
Q284p Eupen,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
pinnetje:
penkǝ (L329p Roermond),
riveernagel:
rǝvērnāgǝl (L377p Maasbracht
[(zeer oud)]
),
rǝvɛjǝrnǭgǝl (P219p Jeuk),
rivet:
revęt (Q003p Genk, ...
P175p Gingelom),
rivęt (Q077p Hoeselt, ...
Q240p Lauw),
rǝvet (L424p Meeswijk, ...
L423p Stokkem),
rǝvø̜t (L360p Bree),
rǝvę.t (Q162p Tongeren),
rǝvęt (P053p Berbroek, ...
K318p Berverlo,
Q083p Bilzen,
Q071p Diepenbeek,
Q086p Eigenbilzen,
L353p Eksel,
Q193p Gronsveld,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
L414p Houthalen,
P219p Jeuk,
K317a Kerkhoven,
L369p Kinrooi,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
Q012p Rekem,
Q098p Schimmert,
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo,
Q013p Uikhoven,
Q078p Wellen,
K361p Zolder,
Q001p Zonhoven),
rivetje:
rǝvętšǝ (Q086p Eigenbilzen),
rivetnagel:
rǝvetnāgǝl (L423p Stokkem)
|
Rond metalen staafje waaraan een kop is geperst. Klinknagels worden gebruikt om de uiteinden van de banden met elkaar te verbinden. Zie ook het lemma ɛklinknagelɛ in wld II.11, pag. 107-108.' [N E, 45 add.] || Rond metalen staafje waaraan een kop is geperst. Zie ook afb. 177. Klinknagels worden volgens de koperslager uit L 266 onder meer gebruikt om hengsels te bevestigen. Koperen klinknagels werden vroeger volgens de zegsman uit L 210 gedraaid uit koperen plaat en vervolgens door het klinknagelijzer (kleŋkngǝlīzǝr) geslagen waardoor er een kop op kwam. Zie ook het lemma "nagelijzer". [N 66, 48a-b; N 100, 18; monogr.]
II-11, II-12
|