25876 |
kluiten |
fommen:
fomǝ (Q198p Eijsden),
fǫmǝ (Q196a Banholt, ...
Q036p Nuth),
kluiten:
klȳtǝ (Q196a Banholt, ...
L379p Laak,
Q036p Nuth,
L381b Peij,
L387p Posterholt,
Q032p Schinnen,
Q112z Tenessen)
|
Ballen, variërend in grootte van vuistdik tot circa 15 cm hoogte in doorsnede, gemaakt van kolengruis, fijne kooldeeltjes en natte leem. Na gedroogd te zijn leveren deze "kluiten" de ideale brandstof voor het stroopstoken, omdat zij een regelmatig gloeivuur geven. Uit de opgaven blijkt dat de stroopstokers verder als brandstof voornamelijk kolen stookten. Enkelen van hen gebruikten hout of "Schlamm", gedroogd kolenslik. De stroopstoker uit Q 78, die blijkbaar een modernere installatie bezit, stookt met "mazout", d.w.z. stookolie. [N 57A, 2b; monogr.]
II-2
|