e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knoopsgatentang gaatjestang: gaatjestang (Lommel), gatjǝstaŋ (Milsbeek), gɛtjǝstaŋ (Maasbree), gatentang: gātǝtaŋ (Roggel), holpijpje: (mv)  holpipkǝs (Herten), knoopsgatentang: knoopsgatentang (Opglabbeek), knupsxǭtǝntaŋ (Zolder), knypsgã.tǝtaŋ (Zolder), knø̜jpsgātǝtaŋ (Maastricht), knōpsgātǝtaŋ (Hopmaal), knǫwpsgātǝtaŋ (As, ... ), knǭpsgātǝngaŋ (Stein), knǭpsgātǝtaŋ (Schinnen, ... ), knoopsgatertang: knuǝpsgātǝrtaŋ (Horst), knø̜jpsgātǝrtaŋ (Meeuwen), knø̜psgatǝrtāŋ (Meijel), knǫwpsgātǝrtaŋ (As, ... ), knǫwpsxātǝrtaŋ (Tegelen), knoopskotertang: knuǝpskūtǝrtaŋ (Bilzen), knōpskūtǝrtaŋ (Bilzen), knoopslokertang: knopslūkǝrtaŋ (s-Gravenvoeren), knō ̞psluǝkǝrtaŋ (Eijsden), knōpslø̜̄kǝrtaŋ (Doenrade), knǫwpslōkǝrtaŋ (Meerssen), knǫwpslǭkǝrtaŋ (Lutterade, ... ), knoopsloktang: knopslǫktaŋ (Montzen), knopskotertang: knupskūtǝrtaŋ (Bilzen), knopsloktang: knopslǫktaŋ (Montzen), ogentang: yxtaŋ (Schulen), platte knooploktang: platǝ knōfloxtsaŋ (Bleijerheide), revolvertang: rǝvǫlvǝrtaŋ (Milsbeek), tang: taŋ (Lanaken, ... ) Een tang waarmee men knoopsgaten maakt. Volgens de informant van L 163a wordt er met de revolvertang een gaatje gemaakt en maakt men vervolgens een snit. [N 60, 47c] || Tang waarmee men in één keer een knoopsgat kan uitknippen. Tussen de beide grepen van de tang bevindt zich een veer. Het onderste plaatje is aan de binnenzijde voorzien van een verhoging van hard metaal en het bovenste plaatje van een kokertje dat dient tot insnijding van het knoopsgatenrondje (Gerritse, pag. 25). Papenhuyzen (III) zegt niets over de knoopsgatentang, maar toont een tekening van een verstelbare knoopsgatentang (pag. 11). Ook de informant van Q 83 spreekt over een verstelbare knoopsgatentang, waarvan het verstelbare gedeelte het ø̄blokø̄ genoemd wordt. De informant van Q 121c geeft een platte knoopsgatentang zonder rondjes aan. De informanten van L 265 en Q 198 hadden geen tang of kenden deze niet. Zie afb. 22. [N 59, 30b; N 59, 16d; N 59, 29a] II-10, II-7