id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
27578 | kolenbon | bon: boŋ (Zonhoven), kolenbon: kolenbon (Genk [(Winterslag / Waterschei)] [Domaniale]), koǝlǝbǫŋ (Kerkrade [(Domaniale)] [Maurits]), kǭlǝbǫn (Geleen [(Maurits)] [Willem-Sophia]), (mv) koalǝboŋs (Spekholzerheide [(Willem-Sophia)] ) | Kolenbon die de mijnwerker recht gaf op een bepaalde hoeveelheid kolen. In Q 1 was het gebruikelijk, dat deze bon door de mijnwerkers aan de mensen verder verkocht werd. [monogr.; N 95A, 5] II-5 |