e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag beugel: bø̜gǝl (Kaulille), col (fr.): col (Jeuk, ... ), coͅl (Leopoldsburg), kol (Beverlo, ... ), kolke (Mechelen-aan-de-Maas), koͅl (Hamont, ... ), kul (Hoepertingen, ... ), kòl (Sint-Truiden, ... ), kôl (Meeuwen, ... ), b.v. himme zonder col.  kol (Kortessem), B.v. n (h)immeskolke.  kol (Bilzen), Et. Fr. col; syn. bêendsjë.  kòl (Tongeren), Fr. col.  kol (Hasselt), kól (Zonhoven), Vgl. Fr. col.  kol (Boorsem), collet (fr.): collé (Hamont), klɛ.ij (Wellen), Et. Fr. golé (col, collet (de vêtement)).  gòlle (Tongeren), jassenkraag: jassekraag (Hechtel, ... ), kol: kol (Hoepertingen), kǫl (Bilzen, ... ), kraag: kra.g (Eisden), kra:g (Neerglabbeek), kra:x (Beringen, ... ), kraach (Kermt, ... ), kraag (Achel, ... ), kRaag (Opglabbeek), kraag (Opitter, ... ), kRaag (Reuver), kraag (Roermond, ... ), kraagje (Geleen, ... ), kraagske (Gors-Opleeuw), kraax (Amby), kraaëg (Houthalen), kraegske (Baexem, ... ), krag (Meijel, ... ), kraigske (Stramproy), krao.ch (Zonhoven), kraoch (Tessenderlo), kraoegh (Voort), kraog (Alken, ... ), krax (Lommel), kraâg (Weert), kraəg (Hoepertingen, ... ), krā.x (Meeswijk), krāāg (Boorsem, ... ), krāg (Herk-de-Stad, ... ), krāog (Maastricht), krāx (Eupen, ... ), krāəg (Stevoort), kra͂g (s-Herenelderen), kra͂x (Mettekoven, ... ), kreag (Jeuk), kreeg (As), kreegske (Maastricht), kreeëgsjke (Simpelveld), kreg (s-Herenelderen), kregske (Arcen, ... ), kregskə (Meterik), kreigske (Itteren, ... ), kreugske (Hoeselt, ... ), kreëgsjke (Waubach), krēͅx (Opgrimbie), krēͅxskə (Genk), kro.x (Vroenhoven), kro:g (Genk), kro:x (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), kroag (Eigenbilzen, ... ), kroax (Wellen), kroaëg (Bilzen), kroāg (Kuttekoven), kroch (Gelinden), kroĕg (Genk), krog (Borgloon, ... ), kroig (Riksingen), kroog (Beverlo, ... ), kroug (Koninksem, ... ), krowx (Hoepertingen), kroxskə (Diepenbeek), kroâg (Riemst), kroəx (Voort, ... ), krōg (Alt-Hoeselt, ... ), krōōch (Vroenhoven), krōx (Borgloon, ... ), krōəx (Zepperen), krōͅch (Vroenhoven), krōͅg (Diepenbeek, ... ), krōͅx (Martenslinde, ... ), krōͅəg (Koninksem), kroͅg (Lanaken), kroͅəg (Genk), kráag (Herten (bij Roermond), ... ), krâx (Hamont), kräegske (Mechelen-aan-de-Maas), krägske (Echt/Gebroek), kräog (Gronsveld), kräëg (Wellen), krègske (Beesel, ... ), krègskə (Berg-en-Terblijt, ... ), krèègske (Eigenbilzen, ... ), krééchskə (Meijel), kréégske (Ottersum), krêgske (Venlo), krôg (Beringen, ... ), krôx (Borgloon), krāx (Achel, ... ), krōx (Wellen), krǭx (Bilzen, ... ), B.v. Ene pelsen kraag op zijn jas hebben.  kroəx (Niel-bij-St.-Truiden), B.v. n (h)immeskraegske.  kraog (Bilzen), B.v. van een jas.  krāx (Hamont), Ook de kraag van jas of mantel. [´ : sleeptoon]  kráag (Tegelen), zie ook kraag.  kroog (Beverlo), Zie ook wiekel.  kraag (Heerlen), kraagje: krē̜xskǝ (Ottersum, ... ), opvulling: ǫp˲vø̜leŋ (Thorn), pittenkraag: pittekraog (Beverst), rokkenkraag: rockekraag (Eupen), rolkraag: rolkraag (Heerlen), waterbord: waterbord (Maxet, ... ) (losse) boord van overhemd, kraag || **col: halsboord van een hemd || boord || boord (van kledingstuk) || boord van een hemd || boord, kraag || boord: halsboord van een hemd || boordje van hemd || Cirkelvormig bord om de hals of baan van de as heen. Zie ook afb. 46. [N O, 10o] || col || col: (1) kraag van jas; (2) hals van hemd || col: col || col: halsboord || col: kraag van een jas, hals van een hemd || collet: kraag || Deel van een kledingstuk. De omgevouwen of opstaande rand langs de halsopening van een jas, japon, overhemd enz. [N 62, 31c; MW; monogr.] || hals(band), kraag || halsboord || hemd- of halsboord || hemdsboord || Hoe noemt U: de kraag [N 62 (1973)] || kraag [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] || kraag (van jas of hemd) || kraag aan een hemd, halsboord || kraag van kledingstuk || kraag, boord || kraag, boord van een hemd || kraag, hemdsboord || kraag: 1) boordje van het overhemd || kraag: 1) kraag van een jas || kraag: 1. opgevouwen rand langs de halsopening van een jas of hemd || Kraagje (verkleinwoord). [DC 58 (1983)] || Verbreed uiteinde van de gresbuis. [monogr.] || wit gesteven boord II-3, II-7, II-8, III-1-3