e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krasblok aanrijter: ārīsǝr (Spekholzerheide), blokkraspen: blǫkkraspɛn (Rothem), krasbek: kras˱bɛk (Bevingen), krasblok: kras˱blǫk (Meerlo, ... ), kratsblok: krats˱blǫk (Simpelveld, ... ), kretser: krɛtsǝr (Herten), kretspen: krɛtspɛn (Maastricht), schrijfblok: šrīf˱blǫk (Reuver), traskê: traskɛ̄ (Zutendaal) Kraspen op een voetstuk. Het krasblok wordt gebruikt wanneer een nauwkeurige aftekening op het materiaal noodzakelijk is. Het krasblok wordt met zijn voet rustend op het werkblad langs het werkstuk geschoven, waarbij de scherpe punt van het werktuig een lijn trekt. Zie ook afb. 72. Het woordtype traskê (Q 5) is merkwaardig. Mogelijk betreft het hier een afleiding van het Franse werkwoord ɛtracerɛ met het Waalse deminutiefsuffix ɛ-kê ɛ(Frans ɛ-quinɛ). Vgl. ook de inleiding van Wld II.5, pag. XV, waar twee vergelijkbare vormen ɛs√ªkêɛ, "storing, dislokatie", eig. "drempeltje" en ɛbeurkêɛ, "tussenschacht", eig. "kleine schacht" worden besproken.' [N 33, 347] II-11