31458 |
kreushamer |
boordhamer:
boordhamer (L246p Horst),
bø̜rāmǝr (L423p Stokkem),
geulhamer:
gø̜lhāmǝr (Q098p Schimmert),
ophaler:
ǫphǭlǝr (L329p Roermond
[(met één kop)]
),
ǫpǭlǝr (L423p Stokkem
[(met één kop)]
),
voorhamer:
vø̜rāmǝr (L423p Stokkem),
vōrhāmǝr (L210p Venray)
|
Hamer met aan één of twee zijden een plattoelopende, licht stompe kop. De steel van de hamer kan in het midden of aan een eind van de kop zijn aangebracht. Zie ook afb. 154. Volgens Vuylsteke (pag. 63) dient de hamer om geulen in plaatmateriaal te slaan. In de koperslagerijen in L 246 en L 266 werd de hamer echter gebruikt om een boord aan een werkstuk te drijven. [N 66, 6m-n]
II-11
|