28127 |
krimpen |
brokkelen:
brø̜kǝlǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
knappen:
knapǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
krimpen:
krempǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Domaniale, Wilhelmina]
L270p Tegelen),
krimpen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
krø̄mpǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Julia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
krēmpǝ (L163p Ottersum),
kruien:
krū.wǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
opwellen:
opwɛlǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
Gezegd van het dak, wanneer het afbrokkelt. [N 95, 490] || Gezegd van het werkstuk wanneer de afmeting ervan na het bakken is afgenomen. Om de krimp op te vangen was in L 163 het stokje dat als maatstokje werd gebruikt, 10% langer dan de gebakken pot moet worden. Volgens de invuller uit L 270 kromp het werkstuk vooral tijdens het drogen. [N 49, 91]
II-5, II-8
|